Bottom up of topdown … wat is het beste voor de stad?

Bottom up of topdown … wat is het beste voor de stad?

Column door Johanna van der Werff.
Ons land is in de ban van burgerparticipatie, een traject waarbij ontwikkelingen niet meer van bovenaf gestuurd worden, maar tot stand komen dankzij of door het inspelen op ideeën en denkkracht van inwoners. Een interessante ontwikkeling. Burgers geven input, nemen initiatieven en verbreden het draagvlak van ontwikkelingen. De gemeente treedt in deze gevallen vooral faciliterend op en toetst ‘door de oogharen’. Talloze interessante en meer of minder tijdelijke projecten komen op deze manier tot stand. Toch doen we de topdown-methode tekort als we die afserveren als een ondemocratische wijze van stadsontwikkeling. Staat burgerparticipatie echt gelijk aan de ultieme vorm van democratie, en recht tegenover het hiërarchische en ondemocratische top-down? Geenszins. Het ligt aanzienlijk genuanceerder. En juist die nuances zijn vaak zo wezenlijk. Zo lijken we soms vergeten dat de overheid zelf een direct voortvloeisel is van onze democratie. Overheidsbeslissingen zijn omgeven door inspraak en kennen ook diverse vormen van participatie. Tegelijkertijd valt op het democratisch gehalte van burgerparticipatie ook heel wat af te dingen, al weet ik dat het gevoelig ligt om dit soort uitspraken te doen.

Er zijn inmiddels heel wat praktijkvoorbeelden van de participatiedemocratie en ook de nadelen komen langzaamaan aan de oppervlakte. Want nadelen zijn er wel degelijk. We mopperen vaak over het gebrek aan snelheid van stedelijke processen door de overheid. Wat blijkt? Ook burgerparticipatietrajecten kenmerken zich vaak door een gebrek aan beslissingskracht en – snelheid. Burgers beschikken niet altijd over voldoende kennis om stedelijke processen afgewogen richting te geven of om tot een weloverwogen oordeel te komen. Sterker nog: men is hiertoe vaak niet bereid. Er is een mooie term voor, ‘rationele onwetendheid’: wat niet in je straatje past of wat te ingewikkeld is, laten we liever niet in beeld komen. Een menselijk trekje, dat we overigens ook uit de wetenschap kennen. Een fundamenteler nadeel is dat er  bij burgerparticipatie vaak alleen die burgers participeren die er zelf baat bij (denken te) hebben. Het over de hoofden regeren, dat de overheid vaak wordt verweten als het gaat om beslissingen, gebeurt hier evenzeer, met alle afbreuk aan het democratische gehalte van dien. Een nadeel in een abstractere zin is het vaak tijdgebonden karakter van burgerparticipatie, dat altijd gekoppeld is aan een bepaald moment. Nogal wat burgerparticipatietrajecten lijden aan de ‘waan van de dag’ en hebben een ‘not in my backyard’-mechanisme als drijfveer. De mens heeft nu altijd moeite met veranderingen en hecht sterk aan het stadsbeeld waar hij of zij mee opgroeide. Beslissingen die de ontwikkeling van de stad in meer abstracte zin aangaan zouden in mijn optiek dan toch echt op een ander level plaats moeten vinden, uiteraard met inspraak omgeven en een uiteindelijke professionele afweging van belangen. En dat is in Nederland helemaal niet zo slecht georganiseerd. Het systeem van bestemmingsplannen werkt niet altijd vlot, maar is wel helder, op een democratische manier tot stand gekomen, staat los van individuele belangen en is in alle gevallen gebaseerd op een visie over de ontwikkeling van (een deel van) de stad.

Graag beschouw ik in dit licht de discussie rond ‘Blok III’, ook wel ‘de Grindbak’ genoemd, gelegen aan het Eemplein dat in de jaren 2013 en 2014 werd aangelegd. De aanleg van het Eemplein was een typische top-downontwikkeling, die noodzakelijk werd geacht, gezien de groei van het aantal inwoners van Amersfoort. Veel voorafgaand commentaar ten spijt werd het plein in grote lijnen uiteindelijk goed ontvangen, enige teleurstelling over de tot nog toe weinig verrassende invulling van de plinten daargelaten. Blok III bleef nog braak liggen, passend bij de tijd, in afwachting van betere tijden. Het Eemplein, bijna on-Amersfoorts en grootstedelijk, is vooral een cultureel plein voor alle Amersfoorters en ziet er inmiddels uit alsof het er altijd al geweest is. Het leven heeft er zijn loop genomen. Ondanks alle aanvankelijke twijfels hierover wordt het plein goed gebruikt. Evenementen, markten, de ijsbaan en de kermis hebben er hun plek gevonden en allerhande soorten horeca, de bioscoop en de instellingen Kunsthal KAdE, Bibliotheek Eemland, Scholen in de Kunst en Archief Eemland in het Eemhuis vormen een kloppend cultureel hart van Amersfoort.

Het braakliggende Blok III werd ondertussen inzet van een intens verschil van inzicht.  De Stichting Vrienden van de Eemhaven – tot behoud en ter versterking van de historische, economische en duurzame waarden van het Eemhavenkwartier  – kwam in actie onder het mom ‘Red de Eemhaven’. Initieel wilde men een Oliemolen op deze plek. Om dit voor elkaar te krijgen is stevig campagne gevoerd en zijn handtekeningen verzameld. Als schrikwekkende tegenhanger werd een hoogbouw-appartementengebouw getoond, iets wat niemand wil, maar wat er ook zeker niet zou komen, maar dat liet men graag buiten beschouwing. Het bracht de gemoederen zeer op stoom. Nadat zowel de gemeente als de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en andere groeperingen in de stad zich negatief uitlieten over de Oliemolen, werd deze geskipt en werd de kwestie Blok III breder ingezet als voorbeeldplek waar burgers samen de stad zouden moeten maken. Eemplein blok 3 ZEEP Architects and Urban Designers

Op maandag 7 december jl., werd het  door Jan Poolen van ZEEP Architects and Urban Designers gepresenteerd. Een on-Amersfoorts ontwerp, voor velen in de zaal een positieve verrassing. Hoewel het welbeschouwd ‘gewoon’  een woningbouwproject  met appartementen in de hogere prijsklasse en functies in de plint betreft, is de architectuur van het gebouw op deze plek zeer bepalend. En daarin toont dit plan zich zeer onderscheidend. Hoe zorg je voor een goede overgang tussen oude en nieuwe stad, op zo’n cruciale plek? Hoe voorkom je dat het een hoog blok een blokkade met ongewenste schaduwwerking? In het plan wordt dit opgelost door een dynamische, bloksgewijze opbouw van het appartementengebouw, waar de zon daadwerkelijk doorheen kan schijnen, daarbij ook refererend aan de dynamiek van de voormalige, helaas gesloopte, industriële hoogbouw langs de Eem, toen daar de industrie nog hoogtij vierde. Cruciaal voor het contact met de Eem, het Eemplein en de Nieuwe Stad zijn de omringende plinten van glas in het plan, in combinatie met acht meter hoge overstekken op pilaren, waarmee het contact naar de omgeving en zicht op de Eem gegarandeerd is.

Nee, geen burgerinitiatief, maar ruimte voor participatie was er wel: in de voorbereiding werden breed gesprekken gevoerd met ‘stakeholders’, met omwonenden en gebruikers en met toekomstige bewoners. Het plan toont, met het oog op wensen vanuit de omgeving, ook een ‘Stadsruimte’ waarvan de huur laag (niet-commercieel) is gehouden om laagdrempelige initiatieven te faciliteren. De initiatiefnemers nodigden tijdens de avond geïnteresseerden uit om deze ruimte invulling te geven, wat meteen ook creatieve ideeën opleverde vanuit de zaal. Met het zien van het plan leek de angel wat uit de discussie te zijn. Was het dan toch angst voor het onbekende geweest?

Hoe democratisch moet je zijn en wat is democratie nou eigenlijk? Het plan voor het Eemplein, inclusief Blok III passen binnen het vastgestelde bestemmingsplan, dat gepaard is gegaan met bezwaarschriftenprocedures en waarbij ook de provincie mee heeft gekeken. Dit tracé is doorlopen en biedt rechtszekerheid aan ons allen. We weten wat er kan en mag en ook welke afwijkingen er eventueel mogelijk zijn. En regelmatig mogen we maar wat blij zijn dat ons die zekerheid geboden wordt. Vaak leren we met de tijd dat een ontwikkeling goed was voor de stad, iets wat op het moment van de beslissing moeilijk was om te voorzien, omdat het nu eenmaal veel van ons vergt om je van het hier en nu los te maken en als het ware met een blik vanuit de toekomst naar een ontwikkeling in het nu te kijken.

Top down of bottom up? Beiden moeten en mogen er zijn: Het ene is soms democratischer dan het ander, en een waakzaam oog en visionaire blik vanuit de overheid is toch niet zo verkeerd. Zou dat de reële slotsom kunnen zijn?

Op 16 maart 2016 organiseert FASadE het Architectuurcafé ‘De contramal van Burgerparticipatie’ met diverse sprekers. Zie tzt www.fasade.nl en de aankondigingen via de nieuwsbrief van FASadE.

Johanna van der Werff, 8 – 12 – 2015

Delen
9 december 20151 Comment
  • Lia Bouma says:

    Ik vind het een goede slotsom, Johanna. Nog beter is samen te werken vanaf de start, zoals we als ambassadeurs van Het Nieuwe Samenwerken nog steeds promoten. En dan op basis van Gelijkwaardigheid, Respect, Persoonlijk Contact en Vertrouwen, de vier kernwaarden die destijds Nationale Ombudsman Alexander Brenninkmeijer ons meegaf. In elk proces komen we deze vier weer tegen als belangrijke pijlers.

Geef een reactie