Dossier Transactie: 1. De eerste weken van 2015
Het komende jaar zal ik als blogger regelmatig aandacht moeten besteden aan de wijze waarop de belangrijke transities, rond participatie, zorg en welzijn hun beslag krijgen.
En dat zoveel mogelijk van ‘binnenuit’. Geen afstandelijke analyses, maar informatie uit eigen hand, ervaringen van veldwerkers en cliënten, gecombineerd met eigen observaties.
En denk nu niet, dat ik die verhalen met plezier ga schrijven.
Nee, eerder zal ik me voelen als de hond in zijn mand voor de kachel die zeer irritant knaagt op een bot waarvan hij de kern maar niet te pakken krijgt.
Transitiejaar 2015
Formeel is 2015 het Transitiejaar voor het experimenteren met een nieuwe werkwijze, die is gebaseerd op een heuse ‘paradigmashift’. De verantwoordelijkheid voor het eigen welbevinden wordt dichter bij de burger gelegd. Dat wordt weliswaar een neoliberaal uitgangspunt genoemd, feit is dat grote delen van de bestaande zorg+ welzijn contraproductief werken en in de huidige vorm niet betaalbaar zijn. Nu is dat laatste al een arbitrair gegeven. Een paar JSF vliegtuigjes minder en de thuiszorg is weer voor jaren gegarandeerd.
Zelfredzaamheid
Echter waar het gaat om een heuse mentaliteitsverandering bij de burger, gebaseerd op een compleet nieuwe waardeoriëntatie red je het natuurlijk niet met een van bovenaf opgelegd paradigmapakket van ‘zelfredzaamheid’ en ‘regie bij de burger’. Het produceert angst bij juist die burgers die afhankelijk zijn van professionele zorg omdat ze niet in staat zijn ondersteuning te organiseren vanuit hun eigen kring van familie, vrienden en buren. Nu al adviseren burgers elkaar om tijdens de het keukentafelgesprek, waarin de benodigde professionele zorg moet worden geïndiceerd, vooral te ontkennen dat er naasten zijn die ondersteuning kunnen bieden.
Chaos en verwarring
Bij de instellingen die nauw betrokken zijn bij de transities zie ik chaos en de verwarring.
In een periode dat hen wordt gevraagd om op een geheel andere wijze professionele diensten te gaan verstrekken, worden ze geconfronteerd met ontslag van medewerkers,
het gaan werken in grote multidisciplinaire wijkteams, het toepassen van stapels nieuwe verordeningen en regels en het onderhandelen met zorgverzekeraars en gemeenten.
Dat plaatst het management snel in een rigide ‘overlevingsmodus’ waarin er nauwelijks aandacht is voor het maken van de kwaliteitsslag die verbonden wordt aan de transities: ”Meer kwaliteit met minder middelen”.
Stress
Bij de gemeenteambtenaren die nauw betrokken zijn bij de uitvoering van de transities zie ik alle sporen van stress. Zij hebben zich de afgelopen maanden een slag in de rondte gewerkt om regie te voeren, te onderhandelen met zorgaanbieders, wijkteams te laten formeren, keukentafelgesprekken te voeren en stapels onleesbare nieuwe verordeningen uit Den Haag te begrijpen. Maar wisten tot voor kort niet over welke budgetten hun gemeente zou kunnen beschikken.
Voor lokale bestuurders en politici geldt dat het krijgen van een gedetailleerd overzicht over de uitvoering van de transities vrijwel ondoenlijk is. Het ‘niet weten’ hoe de nabije toekomst eruit gaat zien is de enige noemer waar alle partijen zich in kunnen vinden.
Werk aan de winkel
Werk aan de winkel dus, omdat het om niets meer en minder gaat dan het bieden van een menswaardig bestaan aan hen die zich bij het woord ‘zelf-red-saam’ niets kunnen voorstellen.