Dossier transitie: hoe vergaat het de Wijkteams?

Dossier transitie: hoe vergaat het de Wijkteams?

Verwijzing
Vanavond kreeg ik een telefoontje van een goede vriendin. Ze werkt in een stad in het westen van het land in het ‘zorgteam’ van een MBO, dat probeert leerlingen, die door persoonlijke problemen van uiteenlopende aard uit de boot dreigen te vallen, binnenboord te houden. Sommige problemen zijn zo heftig dat direct moet worden verwezen naar passende specialistische hulpverlening buiten de school. Echter de gemeente eist dat deze verwijzingen standaard via de wijkteams dienen te lopen. Als ik haar vraag hoe dat in de praktijk uitwerkt zegt ze: “Daar wil ik niet meer aan meewerken. De jongeren die ik heb verwezen hebben geen enkel vertrouwen in de aanpak die jeugdhulpverleners voorstaan. Ook krijgen we te horen dat er zelfs voor schrijnende gevallen die ‘met voorrang’ geholpen zullen worden , wachttijden van 6 tot 8 weken bestaan. De gemeente stelt echter dat de wijkteams de enige kaders zijn waarnaar verwezen mag worden. Daar ga ik niet in mee, en zoekt via huisartsen en gespecialiseerde therapeuten, die in mijn netwerk zitten en die los staan van de wijkteams, direct naar passende oplossingen”.

Wel een transitie, maar geen transformatie
Hoe kun je oordelen over de huidige transities in welzijn, zorg en arbeid?
Al verzachtende omstandigheid wordt door sommige onderzoekers benadrukt dat een half jaar te kort is om tot een gewogen oordeel te komen. Immens de transities zijn per 1 januari 2015 ingegaan.
Andere bronnen stellen evenwel dat de slogan ‘zorg dichter bij de burger’ een loze kreet is , omdat de transities weliswaar in de meeste steden organisatorisch zijn doorgevoerd, maar de transformatie van ‘het nieuwe werken’ die instellingen daarbij dienen te ondergaan, vrijwel geheel achterwege blijft. Marktaandeel, instellingsbelangen en overlevingdruk prevaleren boven de wens om tot een kwalitatieve verbetering van zorg en aandacht te komen.
Een ander contact die in het oosten van het land met hart en ziel werkt met cliënten met een verstandelijke beperking, en sinds kort aan een wijkteam is toegevoegd, twijfelt openlijk aan de effectiviteit van de nieuwe hulpverlening. Ze besteed een groot gedeelte van haar tijd aan verplichte trainingen omdat haar instelling zich vooral hard maakt om een flink marktaandeel in de nieuwe zorg te verwerven. In dat kader moet ze ook werken met cliënten die buiten haar specialisme vallen.

Generalisten
Veel Nederlandse gemeenten zijn streng in het beleid dat alle hulpvragen bij de wijkteams ingebracht én aangepakt dienen te worden. Daar zitten immers de ‘generalisten’, breed georiënteerde werkers die met veronderstelde kennis van meerdere werkgebieden geacht worden passende hulp en ondersteuning in zeer uiteenlopende probleemvelden te kunnen bieden. Op die wijze wordt er minder een beroep gedaan op de duurdere specialistische ‘tweedelijns hulp’, hetgeen flinke besparingen oplevert, nu de gemeenten het met veel minder geld moeten doen voor zorg en welzijn.
Vanuit de GGZ wordt regelmatig benadrukt dat de ‘generalisten’ niet zijn gekwalificeerd om in geval van psychische defecten een diagnoses te stellen, laat staan om tot passende aanpak te komen. Een werker uit een wijkteam in het zuiden van het land, oordeelt dat het team bij tijd en wijle voor een verkeerde aanpak dreigt te kiezen omdat het hen ontbreekt aan specialistische psychopathologische kennis. Met een cursus van twee dagen kun je een dergelijk tekort niet wegpoetsen.

Bureaucratie
Een ander thema is dat in veel gemeentes alle hulpvragers die zich voorheen direct konden wenden tot een hen vertrouwde instelling of hulpverlener nu hun aanvraag bij een wijkteam moeten doen. Dat dit in veel gevallen leidt tot overbelaste werkers en langere wachtlijsten, mag duidelijk zijn.
In mijn directe omgeving ontdekte ik dat actieve wijkbewoners ,die een wijkgids maken, met daarin alle bestaande activiteiten en organisaties, te horen kregen dat ze geen informatie over de thuiszorg- instellingen mochten opnemen. Alle aanvragen diende te lopen via het wijkteam. Instellingen mogen niet meer gebeld worden.

De balans
Met de decentralisatie van de zorg en de prille uitvoering van de transities, is het evenwel onmogelijk een algemeen oordeel te vellen over de gang van zaken in ‘transitieland’. Daarvoor zijn de onderlinge verschillen tussen de diverse gemeenten te groot. Veel wijkteams zijn terughoudend in het communiceren over hun aanpak en organisatie. Wat wel opvalt is, dat ik een groeiende groep hulpvragers tegenkom die zich niet meer wenden tot de reguliere hulpverlening, maar met vallen en opstaan proberen zich staande te houden, soms met wat hulp uit hun directe omgeving.
Terwijl professionele ondersteuning juist noodzakelijk lijkt. Deze groep zal waarschijnlijk bij toekomstig onderzoek de boeken ingaan als bewijs van de ‘eigen kracht’ filosofie, die aan de transities is verbonden. Kunnen we met trots melden dat het beleidsvoornemen van de bezuinigingen rond zorg, arbeid en welzijn geheel naar tevredenheid verlopen!
Maar of dat wat te maken heeft met ‘zorg dichter bij de burger brengen’?
( op www.socialevraagstukken.nl kan de geïnteresseerde lezer met regelmaat artikelen vinden over de transities)

Delen
18 juli 2015No comments

Geef een reactie