We zijn inmiddels vier maanden onderweg in Transitieland, en nu al is te zien hoeveel zaken niet geregeld zijn. Terwijl dat wat wél geregeld is: de topzware bureaucratische onderbouwing van een rammelende constructie, een aanslag vormt op de toch al beperkte tijd van basisprofessionals. Dat zijn repeterende verhalen die snel hun nieuwswaarde zullen verliezen.
Ondanks bezwerende woorden uit Den Haag wordt het voor ieder duidelijk dat ‘de kanteling’ primair een bezuinigingsoperatie is, die door het rijk bij de gemeenten over de schutting is gekieperd.
Deze ontwikkeling staat in een veel breder maatschappelijk en politiek kader. Sterker nog het lijkt de norm te worden hoe vanuit de systeemwereld van een kleine groep bestuurders -die hun voeling met de leefwereld van de burgers uit het oog verloren hebben- systematisch beleid wordt gemaakt.
Of het nu de Nationale Politie, het Universiteitsbestuur, de banken, de NPO, Jeugdzorg, of een Amersfoortse bezuiningsoperatie betreft, de werkwijze volstrekt zich steeds volgens een vast patroon. Rendement gaat voor inhoud, behoud van machtsposities gaat voor ‘luisteren naar de burger’, de arrogantie van de macht voor de gefundeerde kritiek van de professionals en vrijwilligers op de werkvloer.
Geen crisispraat meer
Tot zover biedt deze blog u geen enkele nieuwe informatie. Het vormt zelfs geen onderwerp meer om uitgebreid te bespreken in de kring van actieve burgers. Ieder kent wel een schrijnend verhaal uit zijn of haar directe omgeving en met ‘crisispraat’ schiet je weinig op.
Dan zijn gesprekken over de dynamiek van de kanteling, waarin het paradigma van de verantwoordelijke burger, als hef boom voor verandering in buurt en wijk, veel interessanter.
Sociale wetenschappers zijn onderling nog volop in debat over omvang en de betekenis van deze burgerparticipatie.
Ik weet inmiddels wel beter! In mijn wijk ben ik 10 jaar actief. Met een handjevol actieve bewoners hadden we in het verleden het gevoel aan dode paarden te moeten trekken. Los van wat buurtfeesten en barbecues was er onder bewoners nauwelijks enige motivatie om thema’s als sociale samenhang, veiligheid en werken aan een goed leefklimaat aan te pakken. En godzijdank is dat beeld momenteel fors aan het kantelen. Neem het professionele burenhulpproject dat in 2014 vastliep door de bezuinigingen.
Actieve burgers
Dat is in no-time herstart door een groep actieve buurtbewoners, die na een bijeenkomst die door zo’n 20 belangstellenden bezocht werd, een stevige coördinatiegroep hebben gevormd. Aan deskundigheid is geen gebrek, ieder brengt vanuit zijn of haar professionele achtergrond en/of ervaring in het vrijwilligerswerk een schat aan kwaliteiten en inzichten mee. De nieuwe burenhulp werkwijze – die nu in de eerste buurt wordt uitgerond- oogt professioneel en bevlogen. Per straat wordt huis aan huis geïnventariseerd wat wensen en behoeften zijn. Die gegevens worden verwerkt, gevolgd door huiskamerbijeenkomsten waar bewoners onderzoeken hoe zij in hun straat of buurt op elkaar betrokken willen zijn in ‘burennetwerken’. Burenhulp vormt daar een onderdeel van.
Deze aanpak is voor een professionele organisatie ondenkbaar en onbetaalbaar. Maar menig
basisprofessionel zal in stilte verzuchten: ”Wat zou ik graag op die manier werken’.
Mijn hoop is gevestigd op de burger. De eerste tekens van ‘de kanteling’ vinden voor mijn neus plaats! Ik ervaar het als een groot geschenk.