Zet twee stedelijke ontwikkelingen in één kader en je ziet door de bomen het bos niet meer.
In het kader van de Bestuurlijke vernieuwing die de gemeente nastreeft, wordt duidelijk dat er een groeiende groep ambtenaren, raadsleden en bestuurders is die het ‘nieuwe denken’ omarmt.
Termen als ‘samen maken we de stad’, co-creatie, coproductie, participatie, facilitering, regie loslaten, gelijkwaardigheid, en wederkerigheid horen daarbij. In de landelijke literatuur over de ‘maatschappelijke kanteling’ valt op dat het vaak stedelijke overheden, en instellingen als corporaties zijn, die aan de wieg staan van nieuwe maatschappelijke initiatieven. Zo werd bij het plan om in het Soesterkwartier tot een wijkeconomieproject te komen de voorzet gegeven door een wijkmanager en de leidinggevende van een woningcorporatie. Dit nuanceert het beeld dat het de burger is die steeds het voortouw neemt.
Dictatuur van financiële kaders
Tegenover het toekomstgerichte transitiekader, staat echter de bittere realiteit van een gesloten bestuurlijk financiële kader, dat wordt geconfronteerd met een ongekende bezuinigingsdruk. Het was wel even schrikken om de ruwe stedelijke waslijst van bezuinigingsopties voorbij te zien komen, waar de burger op mag reageren. Het – zonder kaderstelling- aan de burger vragen waar de grootste klappen moeten vallen, leidt snel tot een verdeel en heers mentaliteit die niets te maken heeft met ‘wederkerigheid’, ‘gelijkwaardigheid’, en ‘coproductie’. En ‘regie loslaten’ is wezenlijk iets anders dan ‘gooi het maar over de schutting’.
Onder een extreme tijdsdruk , opgelegd door het Provinciaal bestuur, ontbreekt de tijd om in ‘dialoog met de stad’- wat dat dan ook betekenen mag- zorgvuldig te onderzoeken wat de vitale beleidsterreinen zijn die zoveel mogelijk gespaard moeten worden.
Ook de gemeenteraad ziet zich voor grote dilemma’s geplaatst. Het feit dat de coalitiepartijen direct op basis van hun programma’s de sterk uiteenlopende terreinen aangeven die gespaard moeten worden,verstrekt het beeld alleen nog maar van een verscheurde stad.
Tendens van deze tijd
Ook de 100 burgerinitiatieven, die te vinden zijn op BEW033, ontsnappen niet aan het bovengenoemde dilemma. In de noodzaak zich te kunnen ontwikkelen, kunnen veel projecten niet zonder een brede facilitering van de gemeente. Als voorbeeld mag de financieel kwetsbare positie van wijkcentra het Klokhuis en het Middelpunt dienen ( http://bewoners033.nl/literatuurtip-de-ondernemende-burger/ ).
Ook hier dreigt het gevaar dat de beginnende tendens van samenwerking, beleidsafstemming en het delen van expertise, die het laatste anderhalf jaar bij BI’s zichtbaar is, weer afbrokkelt. En daarmee wordt zichtbaar wat er zich op een dieper niveau op het persoonlijke, organisatorische en bestuurlijke vlak afspeelt: het instinct om koste wat het kost te overleven.
Vechtmodus
Binnen deze ‘vechtmodus’ worden alle spelregels van het ‘nieuwe denken’ snel in de koelkast gezet om te verworden tot ideologische prietpraat. Ook ik denk, als ik de lijst met bezuinigingen onder ogen krijg en daar de dreigende aantasting van het leefklimaat van mijn wijk op projecteer, primair in termen van de directe leefomgeving. Initiatieven buiten mijn wijk zijn dan ineens heel ver weg.
‘Waar gaan ervoor knokken’ is dan mijn eerste impuls. De optelsom van dat – op zich- begrijpelijke gedachtepatroon roept een beeld op waarvan ik huiver. In dat beeld vallen we in ons streven van ‘samen maken we de stad’ ver terug in de tijd. En dat moeten we niet willen!