Voor vrijwel iedere probleemsituatie bestaat er in Nederland wet- en regelgeving.
Om voor hulp in welke vorm dan ook in aanmerking te komen, moet echter worden voldaan aan ‘formele criteria’. En juist voor mensen in acute nood aan de onderkant van de samenleving geldt dat zij daar vaak niet aan beantwoorden.
Straatonderzoek
Als illustratie neem ik enkele jongeren die ik tegenkom bij een straatonderzoek naar jongeren in het grijze en zwarte arbeidscircuit. Jongeren die niet bereikt worden door het CWI of Jeugdzorg en die geen enkel recht hebben op een uitkering of ondersteuning hebben.
■ Een jonge alleenstaande moeder, schrijft zich in bij het jongerenloket van een CWI. Zij heeft een torenhoge schuld opgebouwd en wil graag werken om uit de financiële problemen te geraken. Haar consulent mag haar niet bemiddelen. De regels schrijven voor dat ze eerst een verzoek moet indienen tot schuldsanering en dat het grootste deel van de schuld moet zijn terugbetaald voordat ze bemiddeld kan worden naar een baan
■ Een jongen is door zijn stiefvader het huis uitgeschopt en uitgeschreven als medebewoner. Hij zwerft rond en mag wisselend slapen bij vrienden. Die kunnen hem niet inschrijven op hun woonadres omdat ze dan een deel van hun uitkering kwijt raken. Zonder vaste woon- en verblijfplaats kan de jongen zich niet voor werk inschrijven, ook al wil hij dat graag. Hij verdient onregelmatig met zwart en gevaarlijk werk als steigerbouwer. Hij is niet verzekerd en verliest zijn werk na een bedrijfsongeval.
■ Een jongvolwassene zit tegenover mij in een coffeeshop. Hij heeft zware psychische problemen, angstaanvallen en slaap en eetstoornissen. Door zijn leeftijd kan hij niet terecht in de jeugdnoodopvang waar hij voorheen welkom was. Hij is dakloos en mag incidenteel in een moskee slapen. Hij kan niet geholpen worden door het CWI. Hij belt tijdens ons gesprek voortdurend naar farmaceutische bedrijven die nieuwe medicijnen testen op proefpersonen. Ik moet er niet aan denken dat hij in zijn toestand wordt blootgesteld aan medicijnen met onbekende bijwerkingen.
Zwartkijkers
Deze voorbeelden zijn enigszins gedateerd en stammen uit een jeugdonderzoek dat in 2009 werd gehouden. Voeg daarbij de huidige bezuinigingsoperaties die ondermeer de Jeugdzorg gaan treffen, de wijze waarop bijstanders zich in de hoek gedrukt voelen door een repressief beleid van Sociale Diensten, het uitkleden van de Thuiszorg en je vraagt je af hoe ministers in Den Haag zonder met hun ogen te knipperen het verhaal van ‘met minder geld meer kwaliteit’ nog durven te verkondigen.
Sterker nog de critici van het huidige beleid worden tegenwoordig als ‘ zwartkijkers’ neergezet, waardoor iedere vorm van een inhoudelijk debat in de kiem wordt gesmoord.
Bij burgers die zijn aangewezen op professionele hulp hoor ik vooral gelatenheid.
De onzekerheid over de vraag voor welke vorm van ondersteuning zij in de nabije toekomst nog in aanmerking komen, loopt als een rode draad door alle verhalen heen.
En daarmee vrees ik dat het thema: ‘formele regelingen als uitsluitingmechanisme’ alleen nog maar dominanter zal gaan woekeren. Zo krijgt de gevreesde tweedeling in de samenleving een extra dimensie.