Het is nog maar een paar jaar geleden. Ik doe een klus voor het toenmalige LSA (landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken) en voormalig Minister Vogelaar heeft Kruiskamp op haar ‘aandachtslijstje” gezet samen met nog zo’n 40 andere Nederlandse wijken.
Bij dat LSA zijn actieve bewoners uit vrijwel al de wijken van die lijst aangesloten. Kruiskamp ontbreekt. Dus stel ik, als Amersfoorter, voor op zoek te gaan naar actieve bewoners uit de wijk, die willen deelnemen aan een landelijk bewonersoverleg.
Bij de opbouwwerker vang ik bot en schrik van haar stellige statement:”In deze wijk zijn er geen bewoners die het niveau hebben om aan dat soort activiteiten deel te nemen!” Dat soort meningen prikkelen mij altijd om het tegendeel te bewijzen. Een wat hinderlijk trekje voor een welzijnsonderzoeker die zijn brood in deze sector verdienen moet. Binnen een uur heb ik een actieve bewoonster gevonden die het geweldig vindt met burgers uit andere wijken in Nederland ervaringen uit te wisselen. Van enige ‘niveauverschil’ heeft ze bij het LSA nooit iets gemerkt.
Cultuuromslag
2014: wijkcentra in Kruiskamp zijn alweer een paar jaar gesloten en het opbouwwerk vrijwel geheel verdwenen. Actieve ‘professionele’ bewoners hebben het werk overgenomen.
Ik interview zo’n bewoner, die samen met medeburgers wijkonderneming ‘De Witte Vlinder’ heeft opgezet en noteer: “Op ‘De Witte Vlinder’ zal je geen oordeel horen over wat de wijk nodig heeft, mensen wordt geen probleem aangepraat: ”We zijn er gewoon en zien dan wat er in contact met bewoners uit komt” en “Wie zijn wij om te bepalen wat er nodig is in een wijk? Als een initiatief niet getrokken en gedeeld wordt, is de behoefte eraan kennelijk niet groot genoeg. Alles kan, maar je moet het wel zelf doen” (zie: http://bewoners033.nl/jeroen-fikkers-portret-van-een-bevlogen-pionier/).
Voor mij maakt deze vergelijking duidelijk welk een immense cultuuromslag zich in enkele jaren heeft voltrokken. En natuurlijk doe ik een aantal ‘social workers’ onrecht die al jaren werken vanuit bovenstaande filosofie.
Onmogelijke taak
Voeg daarbij een ander voorbeeld, van een ambtenaar die in een informeel gesprek constateert dat wijkcentrum Het Klokhuis dat door bewoners is overgenomen veel beter draait dan in de periode dat het centrum door professionals werd gerund.
Het doet een bekend publicist verzuchten dat in welzijnsland het onderscheid tussen het werk van de betaalde professional en de ‘professionele burger’ steeds moeilijker te maken is.
Dat is een confronterende constatering voor welzijnsinstellingen die zich voor een welhaast onmogelijke taak gesteld zien: op de werkvloer zijn zij door bezuinigingen gedecimeerd, ze moeten een proactief beleid voeren rond de geforceerde invoering van de transities WMO/ AWBZ en ondertussen de werkprincipes van ‘welzijn nieuwe stijl’ tussen de oren proberen te krijgen van management en veldwerkers. Het roept de vraag op naar wat de core business van het huidige welzijnswerk moet zijn en hoe het zich gaat verhouden met al die burgerinitiatieven die in opkomst zijn.
Prijskaartje
Nu is het een illusie te denken dat de ‘professionele burger’, die zich inzet voor meerdere leefgebieden in buurt en wijk, dat werk belangeloos zal blijven doen. Naarmate het werk zich professioneel gaat ontwikkelen, zal er een prijskaartje aan komen te hangen. Nu al wordt de gemeente overstroomd met aanvragen. En daarmee worden burgerinitiatieven ondernemingen die zullen gaan concurreren met de bestaande welzijnsinstellingen. Binnen die ondernemingen kun je vervolgens de –ontslagen- professionals tegenkomen die voorheen bij de gevestigde instellingen werkten.
Kortom het eind van het professioneel welzijnswerk is niet in zicht, wel het eind van het traditioneel welzijnswerk. Maar wie daar rouwig over is?
Sorry Daan, ik vindt dit gewoon een kutverhaal. Ik heb mijn werk altijd op de vloer gedaan. Opkruipen in de hierarchie van de welzijnsindustrie, daar had ik bij het eerste stapje op de trede al direct mijn buik van vol. Als WW-er heb ik mijn dingetje van sociaal werker voortgezet en heb het daamee net zo druk als ooit. 70 % van het laatstverdiende zakkenvullersloon was me voldoende. Ondertussen hoopte ik gezien te worden door een werkgever die me uit de klauwen van de bijstand zou redden. Ik denk dat ze het wel best vinden zo. Nu wordt ik bedreigd door een gemeentelijk reintegratieambtenaar die me, om werknemersvaardigheden op te doen, wil gaan plaatsen in de aardappelsorteerloods van de sociale werkvoorziening. Moet ik nog even doorgaan?
Inderdaad, Janine, een kutverhaal, voor werkers zoals jij, die altijd met hart en ziel hebben gewerkt in de moeilijkste wijken. En nu doe je onbetaald hetzelfde binnen een ‘bedrijfsvoering nieuwe stijl, die je niet in dienst kan nemen. Onbetaalde beroepsarbeid en ondertussen gepeopled worden door zo’n re-integratiegek die je aardappels wil laten sorteren. En natuurlijk ben je pissed!
Maar dat doet niets af aan mijn verhaal, waarin ik enorme verschuivingen zie komen in de besteding van de gekrompen budgetten voor welzijnswerk en zorg. En burgerinitiatieven zijn nu eenmaal populair!
“It’s in the eyes of the beholder”is een Engelse term die zoveel wil zeggen als “Het is maar hoe of je het bekijkt”. Stel je voor: in een achteruitgaande wijk bewoond door voornamelijk minimumlijders, werkt een fietsenmaker tig uren per dag om het hoofd boven water te houden. Toch is zijn werk (noodzakelijkerwijs) nog steeds te duur voor de uitkeringstrekkers, die daarom gedwongen zijn om zelf hun banden te plakken, en zo. De fietsenmaker vertrekt naar een welvarender wijk. Er is één handige jongen die hetzelfde werk wel wil gaan doen met behoud van uitkering. De wijk is blij, want nu zullen de klusjes betaalbaar worden. Een ambtenaar “onderzoekt de mogelijkheden” en besluit dat deze vrijwilliger maar iets anders moet gaan doen voor zijn uitkering, want iedereen repareert immers zèlf zijn platte band?, En zo gaat het met alles. De kwaliteit van wonen wordt door dit “beleid” steeds slechter. Waarop de wethouder zijn handen ervan aftrekt, omdat er “met deze mensen tòch niets valt te beginnen!” Wáár zit nu de oorzaak van de ellende?