Verveling komt in mijn woordenboek niet voor, zij het met één uitzondering, ergens in een hoekje van de laatste pagina. Bij vergaderingen wil ik me nog wel eens afvragen wat ik er te zoeken heb. Dan wordt het tijd voor een eigen programma, waarin fantasie en observatie hand in hand gaan. Zo zijn er details die me mateloos boeien. Neem nu de gemanicuurde handen van een vrouwelijke bestuurder, nee ik noem geen namen, die mij meer zeggen dan de wijze woorden die ze voortdurend spreekt. Die handen met licht glanzende parelmoerachtige uitstraling zien er uit of ze net uit de fabriek komen. Geheel perfect is ook de taal van haar handen. Alles is daar in rust en balans, zelfs als ze moet zoeken naar een volzin om haar betoog af te ronden, verraden ze niet dat het lijf waaraan ze zitten een lichte onrust vertoont. Ik kan me geheel verliezen in dit soort momenten.
Zo ook de mee-eter op de wang van een andere aanwezige. Ik ben er dol op. Het liefst zou ik de vergadering ter plekke willen schorsen om in een vloeiende beweging met mijn nagels diep in het vlees een cosmetisch wonder te verrichten. Dan vraag ik me ook af waarom de partner van betreffende persoon al niet lang ingegrepen heeft en wat dat zegt over hun relatie. Bij een volgende bijeenkomst gaat mijn eerste blik dan steevast naar die plek om te constateren dat er nog steeds werk aan de winkel is. Ik geef het ruiterlijk toe, ik heb zo mijn obsessieve trekjes.
Prachtige volzinnen
Lastig wordt het echter als ik zie dat een andere deelnemer iedere keer dat hij in een prachtig begonnen volzin vastloopt even naar zijn neus grijpt. Ik zou willen lachen, en ook volzinnen willen debiteren terwijl mijn hand steun zoekt bij mijn neus.
Een geheel ander verhaal speelt zich af onder de vergadertafel. Daar is het vooral het voeten en benenwerk dat mij vertelt hoe het gesteld is met de gemoedstoestand boven de tafel.
Trappelende voeten, krampachtig over mekaar geslagen benen, gewip op stoelen tot aan schoppende benen toe, vertellen meer dan ik verbaal te horen krijg. Het liefst zou ik de helft van zo’n bijeenkomst onder de tafel willen doorbrengen en vandaar commentaar leveren op de bovenwereld. In de trant van “Ik zie je dat boos bent, klopt het dat je de dame die aan het woord is het liefst een schop wou willen verkopen?”of “Aan je voeten te zien wil je dolgraag iets inbrengen, maar als je jouw kans voorbij laat gaan klem je jouw voeten krampachtig tegen elkaar. Hoe voelt dat?”
Nonverbale lekken
En dan zijn er de ‘nonverbale lekken’, die mij tijdens vergaderingen overeind houden. Zoals de tong die in een splitseconde naar buiten komt als de irritatie over een deelnemer die te lang aan het woord is bijna ondraaglijk wordt. Vingers die onophoudelijk het knopje een ballpoint martelen of handen die een plotseling opkomende jeuk subtiel te lijf willen gaan.
Ook worden er de meest creatieve tekeningen vervaardigd tijdens vergaderingen. In de kantlijn van de notulen ontstaan paradijzen, waar het goed toeven is. Het is jammer dat de tablets, die tegenwoordig als effectief instrument worden ingezet om niet aanwezig te zijn, de tekenkunst in hoog tempo verdringen.
Kortom als uw verveling tijdens een vergadering de kop op steekt geef uw ogen dan eens de kost.
Het is een onschuldig vermaak dat vaak een geheel ander verhaal vertelt dan woorden ons willen doen geloven.