Zijn we anno 2014 in Nederland hard op zoek naar goed werkende organisatieprincipes om burgerinitiatieven een kans van slagen te geven, in de USA wordt in achterstandswijken al decennia lang gewerkt met de principes van ‘eigen kracht’ en ‘zelforganisatie’. In dit artikel uit 2006 wordt ingegaan op de wijze hoe een dergelijke aanpak in de praktijk in z’n werk gaat. Het heeft aan actualiteit nog weinig ingeboet.
Gale Walker Gale Walker en Candace Cheatham zijn twee zwarte vrouwen uit het midden van de USA. In 2006 waren ze op bezoek in Nederland, om deel te nemen aan een conferentie over zelforganisaties van buurtbewoners. In dat kader werd een excursie gemaakt naar een aandachtswijk.
Tijdens de wandeling door de buurt zie ik de verbazing op het gezicht van Gale Walker groeien. “Is dit een armoedebuurt?” vraagt zij …”en die huizen zijn dat koopwoningen?” Als ze hoort dat het sociale woningbouw betreft, die met huurtoeslag door mensen met een minimum inkomen gehuurd kunnen worden, krijgt ze een blik in haar ogen die zegt ”Wat doe ik hier in Godsnaam?”
Zoals ze ook verrast is door het grote aantal gemeentelijke managers en afgevaardigden van welzijnsinstellingen die laten zien graag te willen participeren in een efficiëntere aanpak van buurtproblematiek. Voor Gale zijn het situaties van ongekende luxe. In de USA is het niveau en de kwaliteit van overheidsbemoeienis met mensen in achterstandssituaties vele malen lager dan in Nederland. De noodzaak van zelforganisatie van bewoners in de ghetto’s een absolute voorwaarde. Dat leidt op veel plekken tot initiatieven van hoge kwaliteit en vindingrijkheid.
Neem de kinderopvang. Veel jonge moeders worden door hun partners in de steek gelaten. Om hun kinderen te kunnen opvoeden moeten ze buiten de deur werken. Maar de minimum inkomens die ze verdienen zijn ontoereikend voor een passende vorm van kinderopvang. Gale startte jaren geleden een organisatie voor moeders die gebaat waren bij goede en betaalbare kinderopvang. Dat klinkt simpel, maar het opzetten van een organisatie voor kansarmen is geen eenvoudiger zaak. Temeer daar als uitgangspunt wordt gekozen dat alle deelneemsters verantwoordelijk zijn voor de organisatie en de uitvoering van het project .
Informeel onderzoek De eerste stap in zo’n project is altijd: “Vraag deelnemers wat hun problemen en wensen zijn. Wat zijn hun werkelijke behoeften?”Dat klinkt als een open deur, maar in veel gevallen wordt “..door deskundigen van bovenaf bepaald wat het probleem is en hoe de oplossing eruit ziet”. De deskundigen komen uit de middle-class en hebben eigen belangen: “Poverty is big business”, stelt Gale. Aan armoede valt te verdienen. Huisjesmelkers krijgen enorme vergoedingen voor de huisvesting van armen in bouwvallen. Zelfs gevangenen leveren winst op, doordat ze als gratis arbeidskracht worden ingezet. Het onderzoeken van wensen en behoeften van bewoners vraagt een zorgvuldige aanpak. In een multiculturele samenleving met mensen die alleen hun moedertaal beheersen, moet je bijvoorbeeld zorgen dat je over goede tolken beschikt. Gale stelt dat het aandacht geven aan mensen die nooit wordt gevraagd hoe ze leven en wat ze wensen, voorwaarde is om te komen tot de volgende stap. Als alle gegevens van de gesprekken bekend zijn, wordt vervolgens duidelijk waaraan gewerkt moet worden.
Self accountablility Daar hoort een strategie bij van “self accountability”, het betrokkenen verantwoordelijk maken voor gewenste verbeteringen. Dat leidt tot tal van discussies, die bij voorkeur in aanwezigheid van de kinderen gevoerd worden. Op deze wijze worden zij van jongs af aan bewust van de pogingen van hun moeders om grensverleggend bezig te zijn. Zelforganisatie en informeel leren worden integrale elementen in het opvoedingsproces.
Mentorschap Bij de informele leerprocessen staat een systeem van “mentoring”, mentorschap voorop. Iedere vrijwilligster neemt een pupil onder haar hoede. Bij voorkeur op interculturele of interraciale basis. Deze pupil loopt van het begin van een project mee met alle stappen die gezet worden. Na verloop van tijd kan de pupil het werk overnemen.
Strategisch plan Door de dialoog van soortgenoten ontstaat een strategisch plan dat is gebaseerd op kennis van de problematiek, een “data-based strategic plan”. Dit plan is mede gevoed met “visions for solutions”, visies, visioenen die deelnemers kunnen inspireren.
Mission statement Vervolgens wordt het tijd om het “mission statement” naar buiten te brengen, de buitenwereld te laten zien wat je wilt en partners te zoeken die daaraan willen meewerken. Bij partners wordt bij voorkeur gedacht aan zakenlieden. Het streven van veel Amerikaanse bewonersorganisaties is er immers op gericht om van projecten een bedrijf of organisatie te maken, die ook werkgelegenheid verschaft. Steun en adviezen uit het bedrijfsleven zijn dan ook welkom:
Gale: “ Onderzoek welke krachten je ook van buiten de buurt nodig hebt om jouw plannen te verwezenlijken. Je kunt geld vragen, maar ook expertise, deskundigheid, organisatievermogen en mentoring. In Nederland wordt vaak het eerst aan geld gedacht: hoeveel professionals moeten erbij? Geld alleen is de oplossing niet. Die ligt in de gemeenschap zelf. In Nederland wordt gewerkt met formele oplossingen voor formele problemen. Maar juist bij de groepen die het meeste support nodig hebben, werken regels doorgaans niet, bijvoorbeeld omdat die mensen niet beantwoorden aan formele criteria, zoals taalkennis of opleidingsniveau. Formele oplossingen zijn voor deze groepen bijna nooit effectief. En als een gemeenschap een alternatief voorstelt is het bijna altijd ”Ja, maar…”. Probeer daarom de regels creatief te omzeilen, zonder in gevecht met de instanties te raken. Want dat leidt alleen maar tot verlies van energie en…je verliest hoe dan ook het gevecht. Denk daarom na over informeel leren als wapen”
Platte organisatie Het gehele systeem van zelfwerkzaamheid dat wordt opgezet bestaat uit kleine horizontaal georganiseerde groepen of verbanden, die zijn opgezet rond thema’s die te behappen zijn, die succesvol kunnen zijn.
Empowerment Alle activiteiten zijn er steeds op gericht deelnemers te ‘empoweren’. Er wordt uitgegaan van het potentieel van de bewoners, niet van hun problemen. “Gebruik de multiculturele diversiteit als kracht en niet als handicap. Hanteer achterstand als wapen” . Nadat het kinderopvangproject geslaagd was, ging Gale door met het opzetten van nieuwe projecten binnen haar gemeenschap. De aankoop, renovatie en verhuur van een groot verwaarloosd flatgebouw, met betaalbare units voor armen, is daar een recent voorbeeld van. Haar successen hebben haar een betaalde baan als projectleidster opgeleverd.
Gemiste kansen Gale heeft tijdens haar korte verblijf in Nederland een groot aantal keren haar wenkbrauwen opgetrokken, als teken van opperste verbazing, over de gemiste kansen om bewoners te organiseren, gerelateerd aan alle mogelijkheden die Nederland daartoe biedt. Kijkend door haar ogen wordt duidelijk dat instellingen veel werk van bewoners hebben overgenomen en dat al de tekorten in buurten primair worden vertaald in geld en nog meer professionals. Daardoor missen buurtbewoners en hun ondersteuningsorganen veel van hun scherpte en worden er steeds nieuwe modellen opgetuigd om het zelfoplossend vermogen van buurten te verbeteren.
Gale is daar helder in: “Gebruik achterstand als wapen en ga uit van de kracht van informeel leren”. Het voordeel van het praten met een buurtmentor als Gale is dat je opnieuw en met andere ogen leert kijken naar de wijze waarop bewoners zich kunnen organiseren.
Candace Cheatham Candace Cheatham werkt bij LINC (Local Investment Commission), een gemeenschapsorganisatie met een beperkt aantal beroepskrachten en meer dan 2000 vrijwilligers in Kansas-City in de staat Missouri.
Aanleiding voor de oprichting van LINC in 1992 was de maatschappelijke achterstand van een groot gedeelte van de zwarte bevolking van Kansis-City. Er werd destijds een gemeentelijke werkgroep ingesteld, waarin vooral mensen uit het bedrijfsleven en buurtmentoren zitting namen. Het werk van LINC kan het beste worden omschreven als “de hervorming van bestaande instellingen voor onderwijs, zorg en welzijn, overeenkomstig de behoeften en wensen van lage inkomensgroepen”. Daarbij heeft zich een soort ‘stille revolutie’ voorgedaan. Onderwijs, kinderverzorging, gezins- en opvoedingsondersteuning en medische hulp zijn “beschikbaar, toegankelijk en betaalbaar” gemaakt.
Creatief werken Veel instellingen hadden volgens de initiatiefnemers van LINC hun werk te nauw gedefinieerd, werkten te categoraal en hadden geen volledig zicht op behoeften, problemen en wensen. Hebben we in Nederland de “Brede School”, in Kansas-City werken 70 scholen inmiddels als ‘community schools’. Ze staan zeven dagen per week open voor studie, gezinsondersteuning, sociale dienstverlening, gezondheidszorg en huiswerkbegeleiding. Kinderen verlaten de school met betere studieresultaten, maar ook hun ouders ontwikkelen meer maatschappelijk perspectief.
Een ander voorbeeld van het werk van LINC is een rijdende medische kliniek. Daar waar artsen in bepaalde wijken niet of nauwelijks aanwezig zijn en armen onverzekerd rondlopen, is gratis ambulante medische verzorging een uitkomst. Creativiteit en innovatief denken leveren vele nieuwe producten op. Neem de teleurstellende adoptiecijfers van weeskinderen: veel zwarte kinderen worden niet geadopteerd. LINC heeft er het volgende op gevonden: op een toegankelijke website staan deze kinderen nu met goede informatie en prachtige kleurenfoto’s gemaakt door professionele fotografen die als vrijwilliger aan het project meewerken. Resultaat: het aantal adopties is fors gestegen.
Het geld voor al deze projecten komt voor een belangrijk deel uit fondsen. Het werk van LINC is een goed voorbeeld van het transformeren van bestaande instellingen door de doelgroep waarvoor ze werken een grote stem te geven in de organisatie en uitvoer van het werk.
Recent meldt LINC dat de armoede onder hun doelgroep onder het bewind van President Bush sterk aan het toenemen is. De kloof tussen rijk en arm wordt -in wat het rijkste land van de wereld heet te zijn- met de dag groter.