Waar komt toch onze obsessie met ‘ontmoeten’ vandaan. Voor veel burgerinitiatieven is ontmoeting in buurt of wijk de kern van de zaak; voor gemeenten en maatschappelijke instellingen is dat niet minder. Buurtontmoeting lijkt het wondermedicijn voor al onze maatschappelijke kwalen. Ik weet niet of dat zo is. Maar ik weet wel dat iedereen die ontmoeting wil faciliteren. Brede scholen, bibliotheken, verzorgingshuizen, supermarkten en sportkantines strijden om de gunst van de buurtbewoner. Om nog maar te zwijgen van traditionele trefpunten als kapper, kerk en kroeg en nieuwe als Facebook en LinkedIn. Daarboven op weerklinkt de roep om voormalige buurthuizen te heropenen.
Maar laten we eerlijk zijn. Er is helemaal geen gebrek aan ontmoetingsplaatsen; die zijn er in overvloed. Er is ook geen gebrek aan ruimtes om activiteiten te ontplooien; kijk maar eens op Makelpunt Amersfoort.
Als er al behoefte is aan meer ontmoeten dan is deze behoefte niet gediend met een overmaat aan ontmoetingsplekken. Integendeel. Op die manier verwatert de ontmoetingsfunctie. In een leeg ontmoetingscentrum valt er immers weinig te ontmoeten. Bovendien lijdt de exploitatie daaronder.
Ontmoeten is uitgegroeid uit tot een politiek correcte mythe die ons belemmert om nauwkeurig te observeren. Als het gaat om ontmoeten, horen we als een kwartel en zien we als een mol.
Veel ontmoetingen vinden plaats tussen mensen die elkaar al kennen. Dat is leuk, maar wat levert het op? Sociale wetenschappers zijn erg kritisch op buurtbarbecues en andere zaken gericht op sociale cohesie. Er is een gezegde dat luidt: “als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg”. Zo is het ook met ontmoeten. Als je steeds dezelfde mensen ziet, blijf je ‘gevangen’ in bestaande netwerken en routines. We hebben geen plekken nodig die meer zijn van hetzelfde, maar juist plekken die prikkelen om nieuwe wegen in te slaan.
In Amersfoort staat veel vastgoed leeg, ook van de gemeente. Snel klinkt dan de roep om te voorzien in een ontmoetingsfunctie. Niet doen! Laten we onze bestaande ontmoetingscentra beter en leuker maken.
Marc van Leent