Creatief Beheer is een Rotterdams bureau voor wijkontwikkeling en beheer van buitenruimte. De organisatie gaat uit van de gedachte dat een wijk constant aan het veranderen en het ontwikkelen is. In een wijk die nooit af is vormen de bewoners en hun onderlinge verbinding het belangrijkste en duurzaamste element van hun woonomgeving. Creatief beheer werkt echter niet vanuit de labiele subsidiestroom van het welzijnswerk. Met een klein deel van de gelden voor gemeentelijk groenbeheer en op basis van de inzet van vrijwilligers, heeft de organisatie heel wat braakliggende bouwterreinen in aandachtswijken weten om te toveren tot kleine oases. Creatief beheer floreert ook bij gratie van het feit dat veel corporaties door hun financiële problemen bouwplannen hebben opgeschort. Na een sanering van de vaak vervuilde grond, en het opbrengen van nieuwe aarde, verschijnt dan een nieuw soort buurtwerker: de buurtuinman.
De Afrikaandertuin
Buurttuinman Frank heeft zijn sporen als opbouwwerker in sociaal economisch kwetsbare wijken van Rotterdam ruimschoots verdiend. Toen zijn welzijnsorganisatie twee jaar geleden failliet ging, werd hij direct de laan uitgestuurd. Maar, constateerde hij: ‘Het werk was nog niet gedaan’. Dus zocht hij als vrijwilliger naar een manier om zijn professionele kennis en menselijke betrokkenheid elders in te zetten. Zonder de bureaucratische last van beleidsplannen, voortgangrapportages en vergaderingen, die de output van het welzijnswerk verzwakken, kan hij als tuinman direct aan de slag mijn zijn ‘core business’. Op basis van een eenvoudig recept. Laat een tuin bloeien, verbindt met paden de straten rondom de tuin, plaats er een eenvoudige keet op als voorraadhok en laagdrempelige buurtkamer en sta open voor ieder die zoekt naar een ‘groene verbinding’ met andere buurtbewoners. Op de Afrikaandertuin komen vogels van een heel divers pluimage. Los van etniciteit, psychiatrisch verleden, langdurige werkeloosheid, relationele problematiek, drank of drugsgebruik, delen zij als belangrijkste kenmerk hun betrokkenheid bij de tuin en met elkaar.
Een gast op tuin
Als ik op een regenachtige zondagmorgen op de tuin verschijn, voel ik me direct welkom. Ik sluit aan bij een soort familieritueel, die bestaat uit koffiedrinken en zelfgebakken chocoladetaart eten. De lichtheid van een voor de deelnemers zwaar bestaan wordt volop gevierd. Als het gaat regenen is er geen enkel kwaad woord te horen. We dragen de tafel en stoelen naar binnen en zetten onze zondagsviering door. Even later is het droog en verplaatsen we ons weer naar buiten. Niemand vraagt mij wie ik ben of wat ik kom doen. Dat ik er ben is wat telt. En dat voelt als basiskenmerk van deze kleine gemeenschap:”Fijn dat je er bent, je mag hier zijn zoals je bent”. Buurtuinman Frank is de centrale schakel binnen dit geheel op basis van een opvallende ‘onzichtbare nadrukkelijke aanwezigheid’. Dat behoeft uitleg. Zoals de tuin mensen lokt, die voorheen volstrekt langs elkaar heen leefden, zo schept Frank de condities en structuur waarbinnen de deelnemers een verbinding met elkaar aangaan. Zoals bloemen en planten natuurlijk groeien, zo kunnen de deelnemers zich wortelen in binding en het ontwikkelen van vaardigheden die hen maatschappelijk verankert. En dat alles zonder de zwaarte van intakes, behandelplannen of ronkende beleidsplannen die boordevol zelfredzaamheid, burgerkracht, eigen kracht en mondigheid staan. Maar vergis je niet. Als laagdrempelig ‘openlucht buurthuis’ van Zuid, is het tuingebeuren verre van vrijblijvend.
Tuinman Frank heeft een scherp zicht op de do’s en dont’s in de omgang met de deelnemers, gekoppeld aan de overdracht van taken en verantwoordelijkheden. Dat is deze zondagmorgen goed zichtbaar enerzijds in de wijze waarop groepsrollen worden opgepakt door deelnemers, anderzijds door de vanzelfsprekendheid waarmee taken worden verdeeld en uitgevoerd. Het oogt als een chaotisch geconstrueerde machine met een opmerkelijk efficiënte productie.
Netwerkende tuinman
Het werk van de buurtuinman houdt niet op aan de grenzen van de Afrikaandertuin. Zo heeft Frank die zondag allang de junk gezien die, aan de veilige overkant van de straat, het gezellige samenzijn staat te observeren. De volgende dag staat de hij er weer en slentert Frank naar hem toe met het voorstel samen de tuin eens te bekijken. Niet veel later staat de jongen te spitten in de aarde, om zijn “spieren op kracht te trainen” na een passief verblijf van een maand in de bak.
Als voormalig opbouwwerker kijkt Frank verder dan zijn tuin groot is en update zijn wijkkennis voordurend. Zo blijkt de Kaap Verdische gemeenschap over een toneelgroepje te beschikken, speelt de Iraanse asielzoeker fluit en kan een Antilliaanse kok wonderen verrichten met de oogst van de tuin. En aangezien gezamenlijke maaltijden, muziek, toneel en dans goed passen in het zondagprogramma, wordt menig kunstzinnig buurtbewoner direct geboekt voor een optreden. Deze brengt vervolgens zijn of haar eigen achterban mee, zodat een bredere groep bewoners kennis maakt met de tuin.
Maar ook ‘Ongeregeld’, de eigen band van de tuinman, die nummers speelt waarin het onrecht van dichtbij en veraf bezongen wordt, is regelmatig binnen de wijk te horen. Of liever: men laat geen gelegenheid voorbijgaan om de maatschappijkritische boodschap op een ludieke wijze voor het voetlicht te brengen.
Vlieger-tol methode
De ogenschijnlijke chaos van dit hele gebeuren past uitstekend binnen de ‘van dag tot dag leefstijl’ van de deelnemers. Waar het professionele welzijnswerk niet meer de kans krijgt om langdurig en intensief met het cliëntenbestand te werken, heeft de buurtuinman de zorg overgenomen voor mensen die niet altijd in staat zijn voor zichzelf te zorgen. De buurtuin als ‘generalist’ is geboren. Een generalist die zich bedient van de ‘vlieger-tol methode’. Op basis van een werkwijze die dicht in de buurt komt van de ‘presentiemethode’ uit het pastoraal werk, wordt het tuinwerk uitgevoed zoals kinderen vroeger met hun tol speelden. Je geeft deze een hengst en volgt de beweging, tot deze vertraagt. Dan volgt er weer een gerichte klap, in een richting die op dat moment als het meest passend wordt ervaren. Ga dat maar eens verantwoorden in de termen van welzijnswerk ‘nieuwe stijl’.