Nieuws/Achtergrond

Het ‘grote wegkijken’ is begonnen

Met pijn in het hart zie ik hoe professionals in de zorg en welzijnssector heen en weer worden geslingerd door een onzeker en onstabiel perspectief, waardoor hun functioneren in dorpen en steden meer en meer onder druk komt te staan. En dat in een tijd waarin van hen gevraagd wordt om alles uit de kast te halen.

Zo spreek ik een directrice van een groot verzorgingstehuis, die de consequenties van het huidige beleid rond de WMO/AWBZ transitie zakelijk op een rijtje zet. Met haar vijfendertig jaar ervaring stelt ze dat de klok met evenveel jaren teruggedraaid dreigt te worden. Om vervolgens in bevlogen woorden het scenario te schetsen dat gevolgd moet worden om effectief te kunnen anticiperen op de gevolgen van de bezuinigingen. Dat scenario is niets meer en minder dan een moedig offensief tegen de dreigende maatschappelijke marginalisering van de categorie niet-zelfredzame ouderen. Haar verzorgingstehuis heeft in de wijk meer dan honderd ouderen gerekruteerd die vrijwilligerswerk doen voor mensen “die nog ouder zijn”. In de hoop dat zij te zijner tijd ook kunnen rekenen op iemand die naar hen omziet.

Het werk stopt niet bij de voordeur. Zo wil zij haar keuken extra laten draaien om een driegangen menu tegen de kostprijs van enkele euro’s aan te bieden aan ouderen in de wijk. En dat terwijl er elders in de stad dit soort voorzieningen verdwijnen. Ook haalt ze activiteiten binnen van wijkcentra die met sluiting bedreigd worden. Tijdens een bijeenkomst met vrijwilligersorganisaties wordt in korte tijd een huis aan huis onderzoek uit de grond gestampt. Per straat wordt  geïnventariseerd welke behoeften er leven onder ouderen en welke bijdrage ze zelf kunnen en willen leveren aan de strijd tegen vereenzaming en verwaarlozing.

Het gevaar van deze aanpak is evenwel dat plaatselijke bestuurders het snel zullen oppakken als bewijs voor hun ideologische gelijk rond burgerkracht en zelfredzaamheid. Terwijl het in feite gaat om de constructie van een vangnet ter voorkoming van calamiteiten.

Ze stelt : “Het lijkt wel of politici alleen maar mondige, zelfredzame ouderen kennen, die goed in staat zijn de zorg die ze nodig hebben zelf te managen.  Pas als ze zichtbaar worden geconfronteerd met  de ouderen die hun schrijnende problematiek achter de voordeur verborgen houden, wordt het doorgaans stil….” . Het grote wegkijken is begonnen. Zolang de paradigma’s  van het ‘nieuwe werken’ in zorg en welzijn zo verweven zijn met de kaalslag van basisvoorzieningen, past enige methodische terughoudendheid. Om alle energie te richten op de praktische vraag hoe we scenario’s maken die onze buurten en wijken leefbaar houden. Of zoals de directrice het verwoord : ”Het gaat me niet om mijn instelling, het gaat om de wijk”.

18 april 2014No comments, Ouderenzorg | Sociaal vangnet
Feestelijke opening Witte Vlinder Kruiskamp

Het burgerinitiatief Kruiskamp Onderneemt ! heeft vrijdag 11 april gebouw De Witte Vlinder officieel geopend. Dat gebeurde met behulp van meer dan honderd kinderen uit de buurt die konden genieten van een voorstelling, gratis ijsjes en een ballonnenwedstrijd.
Gebouw de Witte Vlinder is sinds kort door de gemeente aan de stichting Kruiskamp Onderneemt! in beheer is gegeven. De Witte Vlinder ligt midden in de wijk en functioneert mede als ontmoetingsplek. De ruimtes in het oude schoolgebouw worden verhuurd. Een deel aan bedrijven die er hun werkplek hebben en een deel voor losse verhuur. Het geld dat via de verhuur binnenkomt wordt gebruikt voor beheer van het gebouw en andere onkosten.
Bewoners van Kruiskamp kunnen zelf hun ideeën ontwikkelen en samen met anderen uitvoeren. Iedere dinsdagmorgen is er koffieochtend voor de buurt. Een ander belangrijk ontmoetingspunt is de buitenkast, die nu een lokaal heeft met een eigen doorgang naar het plein. Ook dit is een belangrijke ontmoetingsplek voor ouders van wie de kinderen komen spelen.
De grote diversiteit en de meer dan 200 bezoekers tonen aan dat de Witte Vlinder in enkele maanden tijd al is uitgegroeid tot een plek waar iedereen uit de wijk welkom is.

16 april 2014No comments
Regiegroep G1000Amersfoort gevormd

In gebouw De Witte Vlinder van Kruiskamp Onderneemt! kwamen zaterdag 12 april 100 deelnemers van de G1000Amersfoort bij elkaar om plannen te maken voor een vervolg. Uiteindelijk hebben zich 8 groepen gevormd die de voorstellen gaan uitwerken die de Burgerraad op 22 maart heeft gekozen. Uit iedere groep zijn twee deelnemers verbonden aan de regiegroep die een verbinding vormt tussen de verschillende initiatieven. De regiegroep krijgt ook het beheer over de website en het twitter account van de G1000Amersfoort. De initiatiefnemers, aanwezig in de personen van Harm van Dijk en Jerphaas Donner hebben daarmee het stokje van de G1000Amersfoort overgedragen.
Duidelijk is dat nu de burgers zelf aan zet zijn, nog steeds in samenwerking met ambtenaren, politici, werkgevers en kunstenaars, die ook aanwezig waren. De groep Samensfoort die een digitaal prikbord voor bewoners wilde opzetten heeft zichzelf opgeheven vanwege de lancering van deze website, bewoners033.nl. Een aantal deelnemers aan deze groep wil wel graag betrokken worden bij deze site.
De eerste wijkg100 bijeenkomsten, een G1000 maar dan op wijkniveau, worden gepland in Vathorst en Kruiskamp. Daar kunnen bewoners plannen maken en voorstellen doen voor hun wijk.

16 april 2014No comments
Joke Sickmann lanceert bewonerswebsite

joke sickmannJoke Sickmann, ‘moeder van alle burgerinitiatieven’ in Amersfoort, heeft met een simpele muisklik de website bewoners033.nl gelanceerd. Dat deed zij op dinsdag 1 april tijdens een speciaal Stadscafé dat geheel in het teken stond van bewoners- en burgerinitiatieven.

De website heeft een directe link gekregen met de officiële site van de gemeente Amersfoort, amersfoort.nl. Naast verwijzingen op deze site naar de gemeente zelf en naar City Marketing, staat er nu ook een unieke link naar de bewoners van de stad en hun initiatieven.

Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de wens van veel Amersfoorters en ook de gemeenteraad om de site amersfoort.nl een veel ruimer karakter te geven dan uitsluitend bedoeld voor gemeentelijk nieuws. De site bewoners033.nl kan nu ook dienen als virtueel platform voor alle bewoners- en burgerinitiatieven in de stad.

De website is tot stand gekomen in samenwerking tussen de gemeente, burgerinitiatief ‘Het Nieuwe Samenwerken’, BewonersWeb, BurgerBalie en Burger Borrel.

15 april 2014No comments
Bloemen op het asfalt: bezoek aan een buurttuin in Rotterdam

Creatief Beheer is een Rotterdams bureau voor wijkontwikkeling en beheer van buitenruimte. De organisatie gaat uit van de gedachte dat een wijk constant aan het veranderen en het ontwikkelen is. In een wijk die nooit af is vormen de bewoners en hun onderlinge verbinding het belangrijkste en duurzaamste element van hun woonomgeving. Creatief beheer werkt echter niet vanuit de labiele subsidiestroom van het welzijnswerk. Met een klein deel van de gelden voor gemeentelijk groenbeheer en op basis van de inzet van vrijwilligers, heeft de organisatie heel wat braakliggende bouwterreinen in aandachtswijken weten om te toveren tot kleine oases. Creatief beheer floreert ook bij gratie van het feit dat veel corporaties door hun financiële problemen bouwplannen hebben opgeschort. Na een sanering van de vaak vervuilde grond, en het opbrengen van nieuwe aarde, verschijnt dan een nieuw soort buurtwerker: de buurtuinman.

De Afrikaandertuin

Buurttuinman Frank heeft zijn sporen als opbouwwerker in sociaal economisch kwetsbare wijken van Rotterdam ruimschoots verdiend. Toen zijn welzijnsorganisatie twee jaar geleden failliet ging, werd hij direct de laan uitgestuurd. Maar, constateerde hij: ‘Het werk was nog niet gedaan’. Dus zocht hij als vrijwilliger naar een manier om zijn professionele kennis en menselijke betrokkenheid elders in te zetten. Zonder de bureaucratische last van beleidsplannen, voortgangrapportages en vergaderingen, die de output van het welzijnswerk verzwakken, kan hij als tuinman direct aan de slag mijn zijn ‘core business’. Op basis van een eenvoudig recept. Laat een tuin bloeien, verbindt met paden de straten rondom de tuin, plaats er een eenvoudige keet op als voorraadhok en laagdrempelige buurtkamer en sta open voor ieder die zoekt naar een ‘groene verbinding’ met andere buurtbewoners. Op de Afrikaandertuin komen vogels van een heel divers pluimage. Los van etniciteit, psychiatrisch verleden, langdurige werkeloosheid, relationele problematiek, drank of drugsgebruik, delen zij als belangrijkste kenmerk hun betrokkenheid bij de tuin en met elkaar.

Een gast op tuin

Als ik op een regenachtige zondagmorgen op de tuin verschijn, voel ik me direct welkom. Ik sluit aan bij een soort familieritueel, die bestaat uit koffiedrinken en zelfgebakken chocoladetaart eten. De lichtheid van een voor de deelnemers zwaar bestaan wordt volop gevierd. Als het gaat regenen is er geen enkel kwaad woord te horen. We dragen de tafel en stoelen naar binnen en zetten onze zondagsviering door. Even later is het droog en verplaatsen we ons weer naar buiten. Niemand vraagt mij wie ik ben of wat ik kom doen. Dat ik er ben is wat telt. En dat voelt als basiskenmerk van deze kleine gemeenschap:”Fijn dat je er bent, je mag hier zijn zoals je bent”. Buurtuinman Frank is de centrale schakel binnen dit geheel op basis van een opvallende ‘onzichtbare nadrukkelijke aanwezigheid’. Dat behoeft uitleg. Zoals de tuin mensen lokt, die voorheen volstrekt langs elkaar heen leefden, zo schept Frank de condities en structuur waarbinnen de deelnemers een verbinding met elkaar aangaan. Zoals bloemen en planten natuurlijk groeien, zo kunnen de deelnemers zich wortelen in binding en het ontwikkelen van vaardigheden die hen maatschappelijk verankert. En dat alles zonder de zwaarte van intakes, behandelplannen of ronkende beleidsplannen die boordevol zelfredzaamheid, burgerkracht, eigen kracht en mondigheid staan. Maar vergis je niet. Als laagdrempelig ‘openlucht buurthuis’ van Zuid, is het tuingebeuren verre van vrijblijvend.

Tuinman Frank heeft een scherp zicht op de do’s en dont’s in de omgang met de deelnemers, gekoppeld aan de overdracht van taken en verantwoordelijkheden. Dat is deze zondagmorgen goed zichtbaar enerzijds in de wijze waarop groepsrollen worden opgepakt door deelnemers, anderzijds door de vanzelfsprekendheid waarmee taken worden verdeeld en uitgevoerd. Het oogt als een chaotisch geconstrueerde machine met een opmerkelijk efficiënte productie.

Netwerkende tuinman

Het werk van de buurtuinman houdt niet op aan de grenzen van de Afrikaandertuin. Zo heeft Frank die zondag allang de junk gezien die, aan de veilige overkant van de straat, het gezellige samenzijn staat te observeren. De volgende dag staat de hij er weer en slentert Frank naar hem toe met het voorstel samen de tuin eens te bekijken. Niet veel later staat de jongen te spitten in de aarde, om zijn “spieren op kracht te trainen” na een passief verblijf van een maand in de bak.

Als voormalig opbouwwerker kijkt Frank verder dan zijn tuin groot is en update zijn wijkkennis voordurend. Zo blijkt de Kaap Verdische gemeenschap over een toneelgroepje te beschikken, speelt de Iraanse asielzoeker fluit en kan een Antilliaanse kok wonderen verrichten met de oogst van de tuin. En aangezien gezamenlijke maaltijden, muziek, toneel en dans goed passen in het zondagprogramma, wordt menig kunstzinnig buurtbewoner direct geboekt voor een optreden. Deze brengt vervolgens zijn of haar eigen achterban mee, zodat een bredere groep bewoners kennis maakt met de tuin.

Maar ook ‘Ongeregeld’, de eigen band van de tuinman, die nummers speelt waarin het onrecht van dichtbij en veraf bezongen wordt, is regelmatig binnen de wijk te horen. Of liever: men laat geen gelegenheid voorbijgaan om de maatschappijkritische boodschap op een ludieke wijze voor het voetlicht te brengen.

Vlieger-tol methode

De ogenschijnlijke chaos van dit hele gebeuren past uitstekend binnen de ‘van dag tot dag leefstijl’ van de deelnemers. Waar het professionele welzijnswerk niet meer de kans krijgt om langdurig en intensief met het cliëntenbestand te werken, heeft de buurtuinman de zorg overgenomen voor mensen die niet altijd in staat zijn voor zichzelf te zorgen. De buurtuin als ‘generalist’ is geboren. Een generalist die zich bedient van de ‘vlieger-tol methode’. Op basis van een werkwijze die dicht in de buurt komt van de ‘presentiemethode’ uit het pastoraal werk, wordt het tuinwerk uitgevoed zoals kinderen vroeger met hun tol speelden. Je geeft deze een hengst en volgt de beweging, tot deze vertraagt. Dan volgt er weer een gerichte klap, in een richting die op dat moment als het meest passend wordt ervaren. Ga dat maar eens verantwoorden in de termen van welzijnswerk ‘nieuwe stijl’.

 

11 april 2014No comments,
De onbetaalde professional als de nieuwste variant van maatschappelijke uitbuiting

Geen conferentie over de transities zorg en welzijn en participatie, geen beleidsnota over het sociaal domein of de loftrompet wordt gestoken over de ‘nieuwe burger’ die zich dient te transformeren tot hoeder van de leefbaarheid in de buurt, inclusief het doen van boodschappen voor de bedlegerige buurvrouw. En zo ver mijn blik reikt zie ik de burger ook groeien in die rol. Een huis aan huis peiling in mijn wijk waarbij werd gevraagd welke vorm van burenhulp mensen willen bieden dan wel nodig hebben, leverde 75% aanbod en 25% vraag op.
De voorwaarde om zo’n hartverwarmend aanbod te effectueren is het scheppen van een laagdrempelig organisatiekader, dat vraag en aanbod matched. Het organiseren van dat kader is professioneel werk. Als dat ‘staat als een huis’ kan het wellicht op langere termijn aan de burger/vrijwilliger worden overgedragen. Professioneel werk heeft een prijs. Kent u stukadoors en schilders die ’s winters gratis uw huis komen opknappen en daarbij als vanzelfsprekendheid hun eigen gereedschap inzetten?
Wat een retorische vraag lijkt binnen de bouw is in de organisatie van zorg en welzijn eerder regel dan uitzondering. Meer en meer zie ik dat werkloze professionals uit de sector zorg en welzijn en maatschappelijke dienstverlening hun vakkennis onbetaald aanbieden om het kader te scheppen waarbinnen andere vrijwilligers hun bijdrage kunnen leveren. Meer en meer vrees ik dat zij daarmee hun eigen professionele graf graven. Nu al is het vanzelfsprekend geworden dat een kersvers afgestudeerde hulpverlener of social worker onbetaald ervaring gaat opdoen binnen organisaties. Immers zonder ervaring kom je niet aan de bak en een ‘gat in het CV’ moet te allen tijden vermeden worden.

Als professional zet ik mij in voor leefbaarheid in wijken. Daarbij kan ik mijn onderzoek en advies bureau, mijn netwerken en organisatietalent goed gebruiken. Bij burgerinitiatieven, organisaties en de plaatselijke overheid ben ik een graag geziene gast. Tot ik ontdek dat meer dan 80% van al mijn werkzaamheden pro deo worden geleverd en dat het normaal wordt gevonden dat ik zelfs geen onkosten declareer. Kortom mijn maatschappelijk engagement heeft een forse prijs, omdat los van enig verdienmodel zelfs reis, kantoor en telefoonkosten geheel voor mijn eigen rekening komen.
Ik beklaag mij niet, want als pensionado is dit mijn ‘eigen keuze’, en heeft het werk mijn voorkeur boven golfen of glaasjes port drinken bij de open haard.
Wel ben in ik mij bewust dat ik met mijn inzet jongere collega´s wegdruk die hetzelfde werk doen en daarvan moeten leven. Kortom wat individueel een wellicht lofwaardig initiatief is, werkt structureel verwoestend voor een toch al kwetsbare bedrijfstak. Mijn engagement heeft een structurele schaduwkant, omdat overheid en instellingen snel gewend raken aan dit type onbetaalde professionaliteit en het mede kunnen gebruiken als bewijsvoering voor het obligate credo ‘Met minder professionals meer kwaliteit’. Betaalde professionals, dan wel te verstaan.

Hier zit de spagaat. Teveel ontslagen collega’s zetten onbetaald hun werk voort, omdat ze hart hebben voor maatschappelijke groepen die door de werking van de transities en de daaraan gekoppelde bezuinigingen verder dreigen te marginaliseren. En ontnemen collega’s zo het zicht op een betaalde functie. Waar in de bouw worden huizen opgeleverd op basis van de inzet van werkloze bouwvakkers die vrijwillig de klus komen klaren? Wat normaal lijkt in de ene arbeidssector is een lachwekkende gedachte binnen de ander sector.

Onbetaalde beroepsarbeid is in die zin dan ook een moderne vorm van het ‘maten naaien’. En vormt een nieuwe variant van een resistent kapitalistische marktmodel: de dubbele uitbuiting van zowel de onbetaalde als de betaalde professional. Het speculeren op de inzet van professionals zoals ik, komt daarmee in een wrang daglicht te staan. Het credo ‘eigen verantwoordelijkheid’ blijkt onvoorziene gevolgen te hebben voor mijn buurman, die nu al de eindjes niet aan elkaar kan knopen.

Vooralsnog heb ik daar geen goed antwoord op!

11 april 2014No comments,