In 2012 toen de eerste contouren van de transities rond WMO/AWBZ en de daaraan gekoppelde bezuinigingen zichtbaar werden, organiseerde enkele actieve burgers een conferentie ‘Kracht van de wijk’ voor Schothorst en Zielhorst om na te denken over wat beide wijken nodig hadden om zich tot ‘krachtige wijken’ te ontwikkelen.
Joop Roebroek, een van de organisatoren van de conferentie die in wijkcentrum ’t Middelpunt gehouden werd, schreef twee scenario’s . Scenario 1 – dat we vorige week publiceerden- laat de wijken zien in het jaar 2018 als van alle beleidsvoornemens rond de ‘inzet van de burger’ weinig tot niets terecht is gekomen.
Scenario 2 laat het tegenovergestelde zien. Het zijn wijken die volop bloeien, dankzij de inzet van actieve bewoners en een gemeente die zich als een actieve partner op weet te stellen.
Speciaal voor lezers die zich graag laten inspireren!
Scenario 2: De bewegende wijk, die zich uitspreekt
Het is druk in de straat. Mijn ogen zoeken links en rechts naar een plaats om de auto te parkeren. Wat verderop zie ik opeens de koplampen van een auto aangaan. Als een geschenk uit de hemel. Ria belde me deze week. Deze dag wordt een groot wijkfeest georganiseerd voor de drie wijken Zielhorst, Schothorst en Kattenbroek te Amersfoort. Met als thema ‘De kracht van de wijk’. Natuurlijk ga ik mee. Vijf jaar geleden organiseerden wij samen een conferentie over ‘De kracht van de wijk’.
Wederkerigheid
Wij wandelen rustig tussen de mensenmenigte door richting ’t Middelpunt, het wijkcentrum gelegen aan het plein waar zich het knooppunt van het feest bevindt. Allemaal standjes en kraampjes van mensen uit de wijk. Wat me het meest opvalt, zijn twee stands van de ‘Wijkboerderij Zielhorst’ en ‘Volkskwekerij Kattenbroek. Uit de folder die bij een van de stands is opgeprikt, begrijp ik dat de gemeente samen met de corporatie een groot stuk braakliggend terrein op de grens van Zielhorst en Kattenbroek voor 1 euro huur per jaar heeft aangeboden aan de bewoners van beide wijken. Zij hebben de drie hectare al jaren braakliggend terrein omgetoverd tot een combinatie van boerderij en kwekerij. Daar worden oude, ‘vergeten’ groenten en fruitsoorten gekweekt en geteeld door vrijwilligers en buurtbewoners die daar op basis van een nieuw soort inkomensvoorziening dagelijks als ‘buurt(st)werker’ actief zijn. Zij hebben een coöperatie opgericht die ook op diverse punten in de wijken ‘wijktafels’ organiseren. Daar koken vrijwilligers en ‘buurtwerk(st)ers’ een paar keer per week maaltijden voor ouderen en andere mensen die moeilijk in staat zijn voor zich zelf te zorgen. De maaltijd kent het principe van wederkerigheid. Eenieder geeft in ruil voor de maaltijd een bedrag dat hij of zij kan missen voor de maaltij. Eettafels die ook een belangrijke rol spelen bij het signaleren van eventuele problemen binnen de wijk. Ingeval vaste bezoekers van de tafel een paar maal verstek hebben laten gaan, bezoeken mede disgenoten of ‘vrijwilligers’ van de tafels de mensen thuis. Ook hebben de wijkboerderij en de volkskwekerij, samen met buurtbewoners, het beheer van de plantsoenen en parken in de wijk voor hun rekening genomen.
Wijkgeld
Wij zien mensen met een aparte muntjes groenten en fruit kopen. Ria vraagt het meisje achter de stand wat dat voor muntjes zijn.
“Dat zijn onze wijkmunten, de ‘buurtpegel’ of zoals de mensen dat hier gewoon noemen, de ‘pegels’. Met die pegel kun je allerlei goederen en diensten die in de wijk worden voortgebracht kopen. Hier bij ons, groenten en fruit, maar je kunt de munten ook gebruiken om andere zaken zoals zorg, kinderoppas, boodschappen doen of tuinwerk te kopen, of activiteiten in het buurthuis mee te betalen.”
Wijkeconomie
Wij zijn een en al oor. Een eigen wijkeconomie, gekoppeld aan zorg en andere vormen van ondersteuning. Wat verderop is een stand van de ‘Zorgcentrale Zielhorst’. De bewoners van de wijk Zielhorst hebben al hun zorgvragen, van medische zorg, kinderopvang, ondersteuning bij het boodschappen doen tot en met het medicijngebruik ondergebracht bij een centrale. Deze centrale regelt in eerste instantie een match tussen vraag en aanbod van zorg binnen de wijk, en treedt verder op als contractant voor gezamenlijk in te kopen zorg voor de leden van de zorgcentrale. Het zelfdoen staat voorop. De centrale koppelt oppas voor kleine kinderen en huiswerkbegeleiding aan het verrichten van zwaar werk in de tuin of andere klusjes, of betaald geleverde zorg uit in de vorm van ‘pegels’. Daarnaast organiseert de centrale op allerlei plaatsen in de wijk meer specifieke hulpcirkels waarbinnen in een kleiner verband, op basis van maatjeshulp en burenhulp meer individuele ondersteuning wordt geregeld. Mantelzorgers, maatjes en andere vrijwilligers kunnen binnen de centrale ook terugvallen op ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van opleiding, advies en ook het nemen van een respijt-time-out.
Ontmoeting
Wij lopen samen het wijkcentrum binnen dat inmiddels is omgedoopt tot ‘Ons Huis’, de centrale ontmoetingsplaats en organisatorisch hart van de wijk. Vijf jaar geleden ‘verkocht’ de gemeente het wijkhuis voor 1 euro aan de initiatiefgroep ‘Het huis van de wijk’. Inmiddels hebben vele organisaties en initiatieven hun plek binnen het centrum gevonden. Het vormt het kloppend hart van de wijk. De wijkbewoners onderhouden het centrum zelf en op basis van de, zij het bescheiden opbrengsten van de wijkeconomie komt ook het financiële plaatje rond. ‘Ons Huis’ heeft zelfs een paar leegstaande panden in huur waar werkplaatsen en ateliers zijn ingericht, voor een deel ook weer met het doel de leef- en woonomstandigheden in de wijk te ondersteunen.
De wethouder als tuinman
Wij vallen midden in de opening van het vernieuwde buurtcafé dat deel uitmaakt van het centrum. De wethouder spreekt.
Wij vallen midden in de opening van het vernieuwde buurtcafé dat deel uitmaakt van het centrum. De wethouder spreekt.
“Beste wijkbewoners, niet alleen van Zielhorst, maar naar ik heb kunnen vaststellen ook velen uit Schothorst en Kattenbroek. Ik moet u eerlijk bekennen dat ik met grote vreugde vandaag hier met u de opening van het vernieuwde buurtcafé kom vieren. Niet alleen, of misschien beter, niet zozeer vanwege het café als zodanig. Dat ziet er prachtig uit, daar niet van. Maar vooral omdat dit café symbool staat voor wat hier in deze wijk, en de aanliggende wijken de laatste jaren van de grond is gekomen.
Nieuwe rol gemeente
Nog geen vijf jaar geleden hebben wij, en dan bedoel ik gemeente, maatschappelijke organisaties en de burgers van deze wijk, een belangrijke switch gemaakt. Dat ging zeker niet vanzelf. Ik spreek om te beginnen maar eens even vanuit het perspectief van de gemeente. Wij werden geconfronteerd met fikse bezuinigingen en tegelijkertijd een verzwaring van onze taken inzake WMO, AWBZ, bijstand, participatie en jeugdzorg. De raad heeft in die tijd, in het kader van haar kerntakendiscussie, gekozen voor een nieuwe rol van de gemeentelijke overheid. Dat gebeurde met een beeld waar aanvankelijk wat lacherig over werd gedaan: ‘de gemeente als tuinman’. Ik heb er zelf ook aan moeten wennen. Een tuinman stelt een helder kader aan zijn tuin. Maar daarbinnen creëert hij ruimte om vooral datgene dat wat opkomt en zelf groeit en bloeit. Hij geeft al en toe water, maar niet te veel want tuinen en planten hebben een groot vermogen zich zelf te redden. Natuurlijk kwetsbare planten en bloemen krijgen extra aandacht. Een goede tuinman experimenteert en leert ook van zijn fouten en werkt niet te veel met vastomlijnde plannen. Hij kan loslaten en volgen wat vanzelf groeit. Natuurlijk past hij het plan wel eens aan door hier en daar een plant te verplaatsen, maar het grote beeld en het ruimte van activiteit worden vooral bepaald door de ontwikkeling van de tuin zelf. De wijk is een tuin, met veel eigen bronnen en potenties.
Hart van de wijk
Dat hadden wij vijf jaar geleden voor ogen toen wij de bezuinigingen moesten gaan invullen. Die bezuinigingen vormden de aanzet tot een andere inrichting van het sociale domein. Daarbij hebben wij de beleving en kracht van burgers in de wijken als uitgangspunt genomen. Wij waren ons bewust van het feit dat wij wel veel over wijken en hun bewoners spraken, maar dat wij eigenlijk nauwelijks een beeld hadden van het dagdagelijkse leven in de wijk, van de noden en behoeftes, en van de bronnen en potenties. Dat hebben wij gecommuniceerd met onze partners in de zorg, het onderwijs, de corporaties en het welzijnswerk. Met als opdracht laten wij samen op zoek gaan naar het hart van de wijk. Laten wij op basis van aanwezigheid en diepgaande gesprekken met de wijk en haar bewoners zicht krijgen op de problemen en uitdagingen die daar leven. Werken vanuit de beelden en beleving van burgers. En vandaar samen nagaan welke concrete stappen wij kunnen nemen. Waarbij wij het hele sociale domein als een organische eenheid zien. WMO, AWBZ, inkomen, participatie, onderwijs en wonen vormen een geschakeld geheel.
Gezamenlijkheid
Wij zijn met zijn allen eigenaar van de problemen en uitdagingen en wij moeten daar ook samen, in permanente en vloeiende bewegingen, in het voortdurend helder benoemen van elkaars rol en verantwoordelijkheden mee aan de slag. Dat was ons uitgangspunt. En dat hebben wij ook weten om te zetten in een andere aanpak, in nieuwe allianties waarbij ook de kerken, ondernemers in de wijk, verenigingen in de wijk zijn aangesloten.
Al die partijen zijn, de een wat eerder dan de ander, de een met meer enthousiasme dan de ander, al die partijen zijn mee in beweging genomen. Over de hun eigen grenzen heen hebben zij deelgenomen aan het outreachend buurtwerken, waarbij professionals en buurtbewoners samen uitdagingen en problemen hebben opgepakt en hebben omgezet in concrete acties. Nu eens de lead bij de gemeente, dan bij een van de maatschappelijke partners en vaak ook bij de burgers van de wijk zelf. Geen landje-pik, maar samen. Luisterend naar elkaar en ook het lef hebbend buiten je eigen kader te denken en te handelen.
Ik kijk met trots terug op wat wij samen hebben bereikt. En vooral ook trots op de kracht van deze wijk. En als ik deze wijk zeg, dan geldt dat ook voor de aanliggende wijken, begrijp me niet verkeerd.
Ik kan als tuinman rustig even op mijn bankje gaan zitten en kijken wat de tuin me vertelt. En waar een tuin spreekt door middel van zijn bloemen en kleuren, zo de ook wijk. Wat ik zie is een bewegende wijk, die zich uitspreekt door middel van zijn initiatieven en activiteiten. En dat maakt me blij.”
Mooi, hé!
Ria neemt me bij de arm. “Mooi hé, dat hadden wij toch niet voorzien vijf jaar geleden. Of toch wel. Nou ja, gehoopt misschien wel. Kom daar speelt een bandje. Laten wij daar ook even gaan kijken.”
Joop Roebroek (https://twitter.com/JoopRoebroek)