Omzien naar de buren en waar mogelijk een helpende hand toesteken, tijdig signaleren waar het dreigt te escaleren achter een voordeur en waar mogelijk professionele krachten ontlasten.
Met dit motto, u niet onbekend, heb ik mijn straat eens gescreend, waar ik nu tien jaar woon.
Het resultaat van dat onderzoekje is ontluisterend, zowel wat betreft de grenzen aan wat je als buurman kan betekenen als in de zin van graadmeter van de geestelijke gezondheid van de bewoners van mijn buurt.
Even rustig gaan zitten
Gaat u maar even rustig zitten: in de afgelopen jaren maakte ik het volgende mee: 1 geslaagde suïcide, 1 huisuitzetting na gedwongen psychiatrische opname na extreem huiselijk geweld;
1 vereenzaamde man met een drankprobleem die niet meer in staat is zijn huis zelfstandig te bewonen; 1 jong echtpaar dat tot in de vroege uren van de morgen hun ruzies met geschreeuw probeerden te beslechten; 1 recente psychiatrische opname; en het overlijden van een dierbare buurvrouw waar ieder altijd terecht kon.
Dan heb ik het nog niet over slepende conflicten tussen buren; een politie inval; seksistisch intimiderende telefoontjes als een overbuurman ziet dat een dame uit de badcel komt met weinig kleding aan en …niet te vergeten mijn directe buurvrouw die alleen maar de kunst van het ‘nemen’ volledig beheerst maar van ‘geven’ nog nooit heeft gehoord. Die mijn auto leent om een begrafenis te kunnen bezoeken, maar haar beklag doet als de fiets van mijn dochter net voorbij de grens van de voorkant van het huis en ‘op haar terrein komt’.
Wat me restte
Voor de goede orde, ik heb het hier over zo’n twintig (!) buren en woon in een rustige wijk waar ogenschijnlijk nooit iets heftigs speelt. In een aantal van bovenstaande situaties heb ik niet weggekeken, maar moest al snel concluderen dat het hier werk voor professionals betrof.
Wat restte was het doen van een boodschapje voor een zieke buurvrouw, de politie of het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling bellen, boormachines en ander gereedschap uitlenen en begripsvol luisteren naar verhalen waar geen touw aan vast te knopen is.
En vooral hopen dat de situatie in mijn buurtje om duistere redenen een absolute uitzondering is in een wijk waar we het (nog) niet gewoon zijn om achter de voordeur te kijken. Begrijp u waarom?
Rustige buurt
Ondanks al het bovenstaande wil ik graag kwijt dat ik woon in een heerlijk huis, in een rustige straat.
Tenminste als er geen kids om 1 uur ’s nachts op het kunstgrasveld gaan voetballen en mits ik tijdig mijn raam sluit voor de decibellen die de kinderen van de basisschool in de pauze produceren.
Maar dat is nu eenmaal de consequentie van het wonen in de stad.
Het is eerder dat ik wat reserves begin te voelen bij de slogan ‘de burger is aan zet’ als verantwoordelijke voor de leefbaarheid in buurt en wijk. Graag zou ik horen wat er van me als ‘betrokken burger in het nieuwe sociale domein’ verwacht wordt als bovenstaande calamiteiten zich onverhoopt nog eens voordoen. Ik heb zo’n flauw vermoeden dat ik daar voorlopig geen antwoord op krijg.