Een optelsom van alle financiële debacles die Amersfoort momenteel gebukt laat gaan onder het juk van toezicht van de provincie, zijn voor een belangrijk deel terug te voeren op het werk van een paar afdelingen van de dienst SOB (Stedelijk Onderhoud en Beheer), het Vastgoed- en het Grondbedrijf.
In gesprekken met oud journalisten en raadsleden, worden de financiële avonturen van deze diensten bijna met enthousiasme gekapitaliseerd tot een onwaarschijnlijk hoog bedrag. En dan hebben ze het nog niet over de tegenvallers in Vathorst.
Op mijn vraag waarom de gemeenteraad blijkbaar niet in staat is om greep te krijgen op de top van betreffende diensten en de bestuurders die daar formeel over gaan, wordt het opvallend stil. Ook in de wandelgangen van het stadhuis worden de machtsconcentratie van de betreffende diensten niet ontkend. Maar daar in het openbaar vragen over stellen of research over doen, is blijkbaar ‘not done’.
Kapitaalvernietiging
Het was een journalist die onlangs een boekje opendeed over de recente kapitaalvernietiging rond kunsthal De KAdE . Op de achterflap van dat boek staat te lezen: “ Het boek leest als een spannende thriller over gestuntel met gemeenschapsgeld dat in Nederlandse gemeenten doorgaans verborgen blijft”. Het is een gedetailleerd verslag van de optelsom van een gesloten dorpspolitiek die voor een middelgrote gemeente is Nederland desastreus uitpakt: wethouders die teveel op elkaar vertrouwen; een onprofessionele uitvoeringsorganisatie; het niet serieus nemen van de tegenkrachten en een heel sterk (old boys) netwerk.
Als die analyse correct is , heb ik ook een verklaring voor de hardnekkigheid waarmee bestuurlijke en financiële missers onbestraft herhaald kunnen worden en hoe groot de resistentie is van het bestuur tegen noodzakelijke verandering.
Bestuurlijke vernieuwing
Zet daar de veelgeroemde Bestuurlijke vernieuwing tegenover, die een de burger een veel directe toegang wil geven tot het stedelijk bestuur. Die uiteindelijk gaat over co-creatie en coproductie. En ik moet er even niet aan denken, omdat ik niet graag aan de voorkant medeverantwoordelijkheid zou willen dragen van wat er aan de achterkant oncontroleerbaar met bakken uitgaat. Hebben we daar al niet een gemeenteraad voor?
Als socioloog heb ik me altijd geïnteresseerd voor de resistentie van machtsconcentraties tegen verandering. Daar hoorde de term ‘repressieve tolerantie’ bij. Machtssystemen onder druk geven op den duur mee, staan –cosmetische- aanpassingen toe die niet bedreigend zijn voor de posities aan de top. Een recent voorbeeld kan uit de krant van vandaag worden gehaald: een bankdirectie trekt een streep door een gigantische loonverhoging aan de top, omdat ze de collectieve verontwaardiging over hun graaigedrag hebben onderschat.
Vechten om de botten
Terug naar Amersfoort. De mogelijkheid die de burger ogenschijnlijk geboden wordt om ‘mee te denken’ over bezuinigingsopties kan in het kader van Bestuurlijke vernieuwing wellicht ideologisch verkocht worden. De praktijk zal uitwijzen dat het eerder een –onbedoeld- instrument is om actieve Amersfoorters als honden om de botjes te laten vechten. Dat moeten Amersfoortse burgers niet willen. Als blogger besef ik dat mijn toon scherp is. Als socioloog besef ik dat de geschiedenis zich al te gemakkelijk herhaalt als de burger zich laat verleiden om mee te gaan in de verlokkingen van een systeem dat onder druk staat. Daar had een bekende filosoof uit mijn studietijd een mooie term voor: ’ De grote weigering’.
Dit keer doe ik niet mee!
helemaal mijn idee!
Alsof zij die geacht worden verstand te hebben van beleid, macht en regeren ineens hun verstand verloren zouden zijn, dat gelooft toch niemand? De burger wordt opgescheept met een hondengevecht, terwijl de bestuurders van boven af kunnen afwachten tot de mist weg is en de sterkste boven komt drijven. Naar ik hoop dan niet bij gebrek aan gewicht…