Zit ‘sorry’ wel in ’t vocabulaire van instellingen?

Zit ‘sorry’ wel in ’t vocabulaire van instellingen?

Ontkenning is een van de meest gebruikelijke vormen van psychologische afweer waarvan we ons bedienen als kritiek of feedback te pijnlijk worden. Zelfkritiek en reflectie op het eigen denken en handelen een voorwaarde om naar de ander te luisteren zonder de afstand onoverbrugbaar te maken. Daarom zul je mij niet horen in ‘pseudo’ discussies over de maatschappelijke thema’s die voluit worden uitgeleefd in de nieuwe media. Met het ‘gelijk aan de eigen kant’ worden andersdenkenden snel vreselijke ziekten dan wel dood en verderf toegewenst.
‘Sorry’ zeggen en kiezen voor kwetsbaarheid is een kracht die het contact met de ander voedt.
Na deze wat zalvende intro moet het mij van mijn hart dat ik het vermogen tot ‘sorry’ te zeggen bij overheid en instellingen maar zelden tegenkom. En ‘sorry’ dat ik daar in deze blog een punt van maak.

Akkefietje
Onlangs had ik een akkefietje met een zorg+welzijnsorganisatie naar aanleiding van een buurtproject dat de vernieling in dreigde te draaiden. In de bespreking van dat conflict werd me duidelijk gemaakt dat ik het allemaal verkeerd zag en veel te tendentieus te werk ging. Geen spoor van zelfkritiek bij de ander. Altijd zijn er wel formele argumenten of ‘zelf geconstrueerde’ feiten die een instelling vrijpleiten. Als betrokken burger voel je je dan niet gehoord en dien je bij jezelf te rade te gaan. Het heeft immers geen zin om een loopgravenoorlog te beginnen rond ‘feiten en bewijs’ . Beter is het de energie te sparen en partners te zoeken waarmee je wel goed kunt samenwerken.
Maar kan nog veel erger.
Op landelijk niveau zit ik met kromme tenen te kijken hoe een compleet falende leidinggevende van een corporatie in een parlementair onderzoek eenvoudig zegt:”Sorry vind ik een moeilijk woord”.
Natuurlijk hangt aan een ‘sorry’ in zo’n geval een juridisch en/of financieel prijskaartje, maar de impact van die woorden op het wantrouwen van de burger jegens het reilen en zeilen in de bovenwereld van bestuur en beleid wordt er alleen maar door gevoed.

Afstand en cynisme
Zolang het vermeende eigenbelang van een instelling of overheid prevaleert boven dat van de burger zal de oogst afstand en cynisme zijn. En dat staat haaks op het ‘nieuwe denken’ dat verbonden wordt aan de herinrichting van het sociaal domein. Neem als voorbeeld onderstaand citaat:
” Sociale innovatie kenmerkt het huidig sociaal domein in Nederland. Verschillende groepen mensen in de samenleving geven vorm aan een beweging in de richting van samenredzaamheid. Ze doen dat met veel energie en enthousiasme, vanuit persoonlijke waarden en overtuigingen, en in de verwachting dat zij er zelf ook baat bij hebben. Inmiddels kunnen innovatieve burgers en professionals binnen hun eigen verbanden en organisaties en bij de overheid op gehoor rekenen. Want de beweging is niet alleen voelbaar bij mensen, maar ook binnen de institutionele kaders”.

Eerst zien, dan geloven
Eerst zien en dan geloven, denk ik dan.
Want in veel gevallen zie ik dat innovatieve burgers bij organisaties en overheid alleen gehoor vinden, als zij passen binnen de regie van die kaders. Van enige gelijkwaardigheid is er dan nauwelijks sprake. En dat is een product van ‘oud denken’ dat zo diep is in geslepen bij al die institutionele kaders, dat je ‘t niet met een of twee congressen over ‘de vernieuwing’ tussen de oren kwijt raakt. Dat is geen doodzonde, maar een ‘sorry’ op z’n tijd kan geen kwaad!

Delen
10 december 2014No comments

Geef een reactie