Nee, ik ga het niet hebben over het offensief dat tal van Amersfoortse organisaties hebben ingezet om hun werk zoveel mogelijk te vrijwaren van de dreigende bezuinigingsronde die op hen afkomt. Het ‘ieder voor zich en de kanteling voor ons allen’ is inmiddels landelijke gemeengoed geworden binnen veel instellingen die vanuit een rigide overlevingsmodus invulling willen geven aan de grote transities in het sociaal domein. Alsof die te combineren zijn.
Nee, ik beperk me tot de commentaren van burgers die in woord en geschrift hun ongeloof kenbaar maken. Burgers die tot voor kort veel vrije tijd investeerden in het samen met de gemeente werken aan nieuwe bestuurlijke verhoudingen. Immers binnen de veelgeroemde ‘kanteling’ komt de burger nadrukkelijker in beeld bij de overname van taken die voorheen exclusief aan de stedelijke overheid voorbehouden waren.
Wantrouwen
Bij die burgers proef ik boosheid, verbittering maar vooral een diepgaand wantrouwen naar College, Raad en ambtenaren, die tot voor kort nog gezien werden als betrouwbare overlegpartners in het werken aan Bestuurlijke vernieuwing. Los van een onmogelijke opgave om zonder publiek gemaakte kaders te hakken in de toch al smaller geworden subsidiestromen, werkt de door de gemeente gevolgde werkwijze nog door op een ander niveau.
Wat als de actieve burger, die werkzaam is binnen de 100 stedelijke burgerinitiatieven, maatschappelijke ondernemingen en buurtorganisaties, zich gefrustreerd afkeert van het bestuur en daarmee alle vernieuwingsdrang bij het grofvuil parkeert?
De crisis waarin Amersfoort bestuurlijk verkeert gaat om meer dan om geld, het is bedoeld of onbedoeld een werkwijze om de burger diepgaand te vervreemden van de factor ‘gezamenlijkheid en wederkerigheid’ die we in het kader van ‘Samen maken we de stad’ zo gedreven nastreefden.
Met het inschakelen van enkele ‘burger experts’ en een keuzelijstje voor de individuele burger, doe je geen recht aan de wens om het stadhuis voor meer burgers toegankelijk te maken.
Maar wellicht is dat de strategie omdat het er de gemeente alles aan gelegen is om de hijgerige waakhond van de Provincie zo snel mogelijk af te schudden. Bij die tijdsdruk kan de burger alleen maar een complicerende factor zijn.
Gesloten bastion
Kortom om me heen wordt er druk gespeculeerd welke strategie er door de gemeente wordt gehanteerd. Nu het stadhuis als een gesloten bastion haar prioriteiten gaat bepalen en de politieke partijen daar een voorschot op nemen, door aan te geven welke de sectoren gespaard moeten worden, op basis van hun verkiezingsprogramma’s,doemt het beeld op onze gemeenschap als een diep verdeelde stad.
En dat doet pijn.
Actieve burgers delen die pijn, die met onderstaand citaat indringend wordt verwoord:
“Tevens vind ik het betreurenswaardig dat het College in de speurtocht naar bezuinigingen, voor het aloude ‘verdeel en heers’ principe heeft gekozen. In plaats van dit aan te grijpen om een sterke samenhang en onderlinge saamhorigheid te creëren, zie je nu hoe een wig wordt geslagen en dat de stad uit elkaar wordt gedreven. Dit past niet in mijn beeld hoe een gemeente met haar inwoners moet samenwerken. Andersom geredeneerd: zo wil ik in ieder geval niet met mijn gemeente samenwerken”