Zomercolumn: Een verantwoorde hobby

Zomercolumn: Een verantwoorde hobby

En zie…er was een burgerinitatief.

En zie…alles is burgerinitiatief.
Hadden we voorheen in de kroeg een bezopen idee, om de tank voor een kazerne oranje te verven, als eerbetoon aan een nieuwe vorst, nu is dat een burgerinitiatief geworden. Opdat we kunnen meeliften met de schare die burgerkracht hoog in het vaandel heeft staan en via crowdfunding het geld versieren voor verf en boetes die onvermijdelijk zullen volgen. Niks mis mee, alleen heb je tegenwoordig een dagtaak aan het bijhouden van alle publicaties over burgerinitiatieven, wijkeconomie, maatschappelijk ontroerend goed dat aan de burger wordt overgedragen, deel- en ruil economie, ‘nieuwe democratie’ en de transities in de wijken.
Zo ook in de locale pers. Ben je een half jaar in het buitenland geweest, dan blijkt dat er tijdens jouw afwezigheid een bewonersweb, een burgerbalie, een burgerborrel en een G1000 te zijn opgericht. Die zijn allen bedoeld zijn om plaatselijke initiatieven beter te laten (samen)werken.
Dan kun je wachten op een of meer nieuwe initiatieven die weer bedoeld zijn om bestaande initiatieven te integreren binnen een superburgerinitiatief dat bewoners gaat trainen in deskundigheid, wijknetwerken wil bouwen, buurtcoaches gaat inzetten om onmondige burgers te begeleiden, onderzoek te doen, welzijn+zorgtaken gaat coördineren en netwerkt met zowat alle instituties die er op dit gebied zijn. Kunt u het nog volgen?
Op het stadhuis niet. Ze worden er wat onrustig. Burgerkracht is mooi, maar de groei is te explosief en dat doet de belangstelling toenemen voor de nieuwste 2-daagde workshop “Hoe om te gaan met het burgerinitiatief”, à raison van 1500 euro, omdat ook adviesbureaus het nieuwe marktsegment ontdekt hebben.

Als gepensioneerde burger met de dreiging van de geraniums in het verschiet, hoef ik me geen moment te vervelen. Mijn agenda is rijk gevuld, mijn kennissenkring groeit, en voor ik het besef ben ik toegetreden tot de hardcore van ‘professionele buurtbewoners’, die elkaar bij ieder nieuw initiatief tegenkomt uit angst iets te missen.
Het doet me denken aan de jaren ’60 van de vorige eeuw.
Op een eenzame studentenkamer zat ik met een bouwvakkershelm op het hoofd met daarop de letter BPO (buitenparlementaire oppositie) op krakende anarchistenzenders te luisteren naar waar het in de hoofdstad hommeles was. Om er als een gek naar toe te fietsen en te constateren dat het brandje alweer geblust was. Mijn moeder maakte zich ernstig zorgen en smeekte me herhaaldelijk per brief eens op te houden “met die onzin” en een meer verantwoorde hobby te zoeken.
Laat ik die nu eindelijk gevonden hebben.

Delen
8 augustus 2014No comments

Geef een reactie